Home
Podium
Politiek
Religie
Hindoeisme
Islam
Suriname
India
Liefde
Jongeren
Literair
Poezie
Zeepkist
Gastenboek
Links
Disclaimer
Contact
Kritisch Podium DewanandLiterair
WEBpublication BOOK WART0216 / EPAGE 14 of 21
10. Over de aanslagen op het WTC op 9/11 (2001)
Klik op de foto
om het helemaal te zien
Offeraar (auteur) Mr. drs. J.J. v.d. Gulik
Offercode wart0216
Offerdatum 29 september 2006
Go to Inhoudsopgave: Waren Bush en kringen rond Bush betrokken bij 9/11
In 1945 vloog een B 25 tegen het Empire State Building, toen het hoogste
gebouw. Hij sloeg in op de 79e verdieping. Er vielen daarbij 14 doden
te betreuren. De schade bedroeg 1 miljoen dollar. De afmetingen van een
B 25 waren dan wel aanzienlijk kleiner dan de afmetingen van een modern
vliegtuig, maar de schade aan het Empire State Building was dan ook gering.
En de stabiliteit werd niet aangetast. Bij Tower 7 van het WTC was er
zelfs geen inslag. Toch stortte dat gebouw van 47 verdiepingen, waar slechts
kleinere branden hadden gewoed, plotseling als een kaartenhuis in zes
seconden in elkaar, bijna dezelfde snelheid als een vrije val. Het Empire
State Building dateert uit 1931. Het WTC was zo'n 40 jaar jonger en de
structuur was berekend op inslagen van vliegtuigen.
Bij de TWINS leken de inslagen van de vliegtuigen de gebouwen in eerste
instantie ook niet echt te deren. Ogenschijnlijk bleven de gebouwen stabiel
op hun grondvesten staan. Toch stortten ze na korte tijd als een kaartenhuis
in elkaar met de snelheid van praktisch een vrije val. Een sloper die
op basis van controlled demolition dat effect had weten te bereiken bij
deze zeer hoge gebouwen, had trots kunnen zijn op zijn werk. De instortingen
lijken dan ook op instortingen zoals je die ziet wanneer er gewerkt wordt
met controlled demolition. Het is echter aan de experts om te bewijzen,
wat er werkelijk is gebeurd. Die zijn echter niet eenduidig in hun oordelen
en komen niet met sluitende verklaringen. De FEMA (Federal Emergency Management
Agency) zegt in haar rapport over Tower 7, waar zelfs geen inslag heeft
plaatsgevonden het volgende:
"The specifics of the fires in WTC 7 and how they caused the building
to collapse ["official theory"] remain unknown at this time.
Although the total diesel fuel on the premises contained massive potential
energy, the best hypothesis [fire/debris-damage-caused collapse] has only
a low probability of occurrence. Further research, investigation, and
analyses are needed to resolve this issue" (FEMA, chapter 5, 2002).
De beste hypothese kende dus volgens de FEMA slechts een lage graad van
waarschijnlijkheid.
Het FEMA onderzoek kende zo zijn beperkingen zoals blijkt uit het NIST
report:
"Immediately following the terrorist attack on the World Trade Center
(WTC) on September 11, 2001, the Federal Emergency Management Agency (FEMA)
and the American Society of Civil Engineers began planning a building
performance study of the disaster. The week of October 7, as soon as the
rescue and search efforts ceased, the Building Performance Study Team
went to the site and began their assessment. This was to be a brief effort,
as the study team consisted of experts who largely volunteered their time
away from their other professional commitments" (NIST report, 2005,
blz. 33).
Vrijwilligers dus, die kort de gelegenheid kregen om onderzoek te doen
en die pas bijna vier weken na 9/11 op de site met hun onderzoek konden
starten. Daarvoor was er weken met groot materieel gewerkt aan het opruimen
van het puin. Het staal, wat voor het onderzoek met name van belang was,
werd naar China en India vervoerd om daar te worden gerecycled.
En de volgende citaten uit de getuigenis van engineer Wiiliam F. Baker
namens de FEMA voor de 9/11 commissie versterken het beeld van de problemen
bij het onderzoek:
"We saw and documented the performance of structures that resisted
extraordinary forces and maintained their overall integrity. We also saw
and documented collapses that, based on previous experiences, were unexpected.
It is through the study of these behaviors that the art of building design
is advanced. Unfortunately, the ASCE/FEMA team faced many obstacles while
studying the WTC. The team was not able to assemble on the site until
October 6th. We could only request and cajole to get drawings and other
information. And, in fact, we did not receive access to the twin tower
drawings until January. (..) As a structural engineer, the WTC collapses
represent the largest structural failure in the history of mankind"
(april, 2003)(www.asce.org).
Hij spreekt dus over instortingen, die niet werden verwacht, over vele
obstakels bij het bestuderen van het WTC en het team mocht tot 6 oktober
de site niet op. En ze kregen pas in januari toegang tot de tekeningen
van de Towers. En hij spreekt het over de grootste constructiefout uit
de geschiedenis. Er was dus alle reden om alles wat daarop betrekking
had zeer intensief te onderzoeken ondermeer om bestaande en toekomstige
constructies te verbeteren. En in hoeverre zijn vrijwilligers echt onafhankelijk.
Het is toch een bepaalde categorie mensen, die zich dan vooral meldt.
En de vrijwilligers kwamen van bedrijven, die er belang bij konden hebben
om geen kritiek op de overheid te leveren.
Het NIST (National Institute of Standards and Technology) ging in haar
rapport Federal Building and Fire Safety investigation of the World Trade
Center Disaster: Final Report of the National Construction Safety Team
on the Collapses of the World Trade Center Towers (2000) simpelweg uit
van total collapse was inevitable once a collapse event was initiated.
En naar het instorten van de Towers met de snelheid van bijna een vrije
val is geen echt onderzoek gedaan.
Het NIST maakt onderdeel uit van het Amerikaanse ministerie van handel.
Gezien het bijzondere belang en het bijzondere karakter van het onderwerp
van het onderzoek kan de vraag gesteld worden, of het NIST wel voldoende
onafhankelijk was.
Over wat er na de initiation gebeurde hulde het NIST zich op wat heel
mager onderbouwde passages na in stilzwijgen. Zo zegt het NIST:
"Once the upper building section began to move downwards, the weakened
structure in the impact and fire zone was not able to absorb the tremendous
energy of the falling building section and global collapse ensue"
(NIST report, 2005, blz. 197).
Maar berekeningen over die enorme energie ontbreken en berekeningen waarom
die energie niet zou kunnen worden opgevangen en waardoor de gebouwen
wel moesten instorten met de snelheid van praktisch een vrije val ontbreken.
Bij het rapport kunnen vele kritische kanttekeningen worden geplaatst.
En een voetnoot biedt een aardig inzicht in de 'zorgvuldigheid' van het
NIST onderzoek:
"The focus of the Investigation was on the sequence of events from
the instant of aircraft impact to the initiation of collapse for each
tower. For brevity in this report, this sequence is referred to as the
"probable collapse sequence," although it includes little analysis
of the structural behavior of the tower after the conditions for collapse
initiation were reached and collapse became inevitable" (NIST report,
2005, blz. 45).
Het onderzoek ging dus tot de initiation van het instorten van de towers,
niet verder. Gemakshalve wordt de sequence of events maar probable collapse
sequence genoemd. Toch beweert het NIST meermalen, dat het onderzoek ging
over het how en why van de collapses, maar verder dan de aanname, dat
onder druk van de bovenste verdiepingen de torens met de snelheid van
een vrije val in elkaar storten komt NIST niet. In deze voetnoot geeft
het NIST met het gebruik van de woorden probable en little analysis wel
aan, dat er geen redelijk uitgebreide analyse heeft plaatsgevonden na
het begin van de initiation. Maar eigenlijk zou NIST gewoon moeten zeggen,
dat er slechts een aanname is gehanteerd en dat er helemaal geen analyse
heeft plaatsgevonden na de collapse initiation. De titel van het rapport
spreekt over collapses en niet over de initiation van de collapses. De
titel had daarom in de titel zelf of via een subtitel duidelijker moeten
zijn.
Een van de specifieke doelen van het onderzoek was:
"Determine why and how WTC 1 and WTC 2 collapsed following the initial
impacts of the aircraft and why and how WTC 7 collapsed" (NIST report,
2005, blz. 33).
Het NIST rapport heeft daar dus niet aan voldaan.
In het NIST rapport worden observaties en speculaties regelmatig met
elkaar vermengd. Zo worden schattingen van core column schade, die nogal
speculatief zijn, geplaatst naast schattingen van perimeter column schade,
die gemakkelijker waren vast te stellen met behulp van bijvoorbeeld foto's.
Voorbeeld:
"This devastation took 0.7 s. The structurele and insulation damage
was considerable and was estimated to be:
o 35 exterior columns severed, 2 heavily damaged.
o 6 core columns severed, 3 heavily damaged" (NIST report, 2005,
blz. 76).
En het NIST kwam met een uitleg van het FEMA rapport, die niet helemaal
in overeenstemming is met de inhoud ervan:
"The Building Performance Study Team (van de FEMA en the American
Society of Civil Engineers (ASCI))) issued their report in May 2002, fulfilling
their goal "to determine probable failure mechanisms" (NIST
report, 2005, blz. 33).
In dat rapport kwam de FEMA met betrekking tot WTC 7 niet verder dan
een brandstoftheorie als verklaring voor de instorting. En de FEMA gaf
zelf al aan, dat die theorie een low probability kende. De term probable
van de NIST in deze dekt de lading dan niet.
En over de computersimulatiemodellen, die niet verder gingen dan de initiation
van de collapse, zegt het NIST:
"The output of these simulations was subject to uncertainties in
the as-built condition of the towers, the interior layout and furnishings,
the aircraft impact, the internal damage to the towers (especially the
thermal insulation for fire protection of the structural steel, which
is colloquially referred to as fireproofing), the redistribution of the
combustibles, and the response of the building structural components to
the heat from the fires" (NIST report, 2005, blz. 45).
Er bestonden bij de simulatiemodellen dus nogal wat onzekerheden over
wezenlijke zaken.
Belangrijke factoren voor de instorting van WTC 1
Het NIST komt met de volgende belangrijke factoren, die tot de instorting
van WTC 1 zouden hebben geleid. Bij al die factoren gaat het om speculatieve
schattingen:
o Structural damage from the aircraf impact (de bepaling van de werkelijke
schade is vrij speculatief).
o Large amount of jet fuel sprayed into the building interior, that ignited
widespread fires over several floors (de mate van verspreiding, de snelheid,
de hoeveelheid en de invloed op de branden elders is ook speculatief).
o Dislodging of SFRM from structural members due to the aircraft impact,
that enabled rapid heating of the unprotected structural steel (ook hier
gaat het om een duidelijk speculatief element).
o Open paths for fire spread resulting from the open plan of the impact
floors and the breaking of partition walls by the impact debris (ook hier
een speculatief element).
o Weakened core columns that increased the load on the perimeter walls
(in hoeverre dat het geval was, is eveneens speculatief).
o Sagging of the south floors, that led to pull-in forces on the perimeter
columns; and (ook dit is een speculatief element).
o Bowed south perimeter columns that had a reduced capacity to carry
loads" (ook dit element is speculatief) (NIST report, 2005, blz.
88).
Bovendien beïnvloeden de bovenstaande factoren elkaar onderling.
De conclusies van het rapport zijn dan ook behoorlijk speculatief.
En de computersimulatiemodellen waren alleen gericht op datgene wat er
op de verdiepingen in en rond de inslagzones gebeurde. Wat daaronder en
daarboven gebeurde was niet in de simulatiemodellen opgenomen.
Over de vliegtuigbrandstof en WTC 2
"As in WTC 1, less than 15 percent of the jet fuel burned in the
spray cloud inside the building. Roughly 10 percent to 25 percent was
consumed in the fireballs outside the building. Thus, well over half of
the jet fuel remained after the initial fireballs" (NIST report,
2005, blz. 96).
Ook hier gegevens betreffende een belangrijke factor met een speculatief
karakter. En de brandstof met betrekking tot de fireballs buiten het gebouw
had toch redelijk ingeschat moeten kunnen worden. Misschien dat juist
daarom het NIST het nu voorzichtig houdt op 10 tot 25 procent van de brandstof,
die op die manier is verbrand. En met vernietigde brandstoftanks en de
zeer brandbare vliegtuigbrandstof komt het niet geloofwaardig over, dat
dik de helft van de zeer brandbare vliegtuigbrandstof na de fireballs
nog zou zijn overgebleven.
Over staalmonsters
"Over a period of about 18 months, 236 pieces of steel were shipped
to the NIST campus, starting about six months before NIST launched its
Investigation. These samples ranged in size and complexity from a nearly
complete three-column, three-floor perimeter assembly to bolts and small
fragments. Seven of the pieces were from WTC 5. The remaining 229 samples
represented roughly 0.25 percent to 0.5 percent of the 200,000 tons of
structural steel used in the construction of the two towers" (NIST
report, 2005, blz. 139).
Enkele staalmonsters waren dus niet eens van WTC 1 en 2 maar van WTC
5, een vrij laag gebouw, dat helemaal niet is ingestort. En er wordt gezegd,
dat 236 pieces of steel were shipped to the NIST campus. Maar dat praktisch
al het staal van de Towers naar China en India werd verscheept om daar
te worden gerecycled, daarover spreekt het NIST maar niet. Juist het staal
was voor bewijsmateriaal van groot belang. En over de representativiteit
van de monsters zwijgt het NIST ook maar, evenals over de plekken, waar
de samples zich in de Towers bevonden. Wel wordt gesteld, dat het staal
ruwweg 0,25 procent tot 0,5 procent van de stalen structuur van de twee
towers uitmaakte. Tussen 0,25 % en 0,5 % bestaat wel honderd procent verschil.
Voor nauwgezette berekeningen lijkt me een dergelijke schatting uit de
losse pols wel erg onzorgvuldig en dat doet het vertrouwen in de overige
info ook geen goed.
Over de isolatie
.Het NIST concludeert over de isolatie van het staal:
"The towers would not have collapsed under the combined effects
of aircraft impact and the subsequent multifloor fires if the insulation
had not been widely dislodged or had been only minimally dislodged by
aircraft impact" (NIST report, 2005, blz.199).
NIST geeft hiermee dus wel het cruciale belang van de isolatie aan, maar
met stevige bewijzen over de mate van dislodging van het isolatiemateriaal
komt NIST echter niet.
Progressive collapse
De progressive collapse, waar het NIST regelmatig in haar rapport mee
schermt, wordt door het NIST gezien als een kettingreactie als gevolg
van bezwijkende funderingselementen. De gevels worden daarbij naar binnen
getrokken door de instortende binnenconstructie. Het interessante hieraan
is, dat deze theorie de mogelijkheid van controlled demolition kan ondersteunen.
De wijze waarop de Towers zijn ingestort had door een sloper op basis
van controlled demolititon niet verbeterd kunnen worden.
Black boxen
Merkwaardig is ook dat de black boxen van de WTC Towers niet gevonden
zouden zijn. Volgens een artikel in Counterpunch zijn ze echter wel degelijk
gevonden:
"December 19, 2005, CounterPunch, Did the Bush Administration Lie
to Congress and the 9/11 Commission? 9/11: Missing Black Boxes in World
Trade Center Attacks Found by Firefighters, Analyzed by NTSB, Concealed
by FBI, by DAVE LINDORFF One of the more puzzling mysteries of 9-11 is
what ever happened to the flight recorders of the two planes that hit
the World Trade Center towers. (..) Flight recorders (commonly known as
black boxes, though these days they are generally bright orange) are required
on all passenger planes. There are always two-a flight data recorder that
keeps track of a plane's speed, altitude, course and maneuvers, and a
cockpit voice recorder which keeps a continuous record of the last 30
minutes of conversation inside a plane's cockpit. These devices are constructed
to be extremely durable, and are installed in a plane's tail section,
where they are least likely suffer damaged on impact. They are designed
to withstand up to 30 minutes of 1800-degree heat (more than they would
have faced in the twin towers crashes), and to survive a crash at full
speed into the ground. All four of the devices were recovered from the
two planes that hit the Pentagon and that crashed in rural Pennsylvania.
In the case of American Airlines Flight 77, which hit the Pentagon, the
FBI reports that the flight data recorder survived and had recoverable
information, but the voice recorder was allegedly too damaged to provide
any record. In the case of United Airlines Flight 93, which hit the ground
at 500 mph in Pennsylvania, the situation was reversed: the voice recorder
survived but the flight data box was allegedly damaged beyond recovery.
(..) Mike Bellone and Nicholas De Masi (New Yorkse brandweermannen) claimed
in 2004 that they had found three of the four boxes, and that Federal
agents took them and told the two men not to mention having found them
(..)."
Het lijkt niet erg waarschijnlijk, dat de black boxen niet gevonden zijn.
De boxen zouden de inslagen hebben moeten kunnen doorstaan. En van de
kant van de FBI is er ook geen plausibele verklaring gekomen, waarom de
boxen niet gevonden zouden zijn.
***
Go to Inhoudsopgave: Waren Bush en kringen rond Bush betrokken bij 9/11
***
WEBpublication BOOK WART0216 / EPAGE 14 of 21
Home
Podium
Politiek
Religie
Hindoeisme
Islam
Suriname
India
Liefde
Jongeren
Literair
Poezie
Zeepkist
Gastenboek
Links
Disclaimer
Contact
Kritisch Podium DewanandLiterair
Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
Offercode: WART0216
Copyright @ Mr. drs. J.J. v.d. Gulik 2006
|