Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

Kritisch Podium Dewanand

Literair

WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 97 of 103

Moord op de vrijheid van het oervolk

Was het verbod van de NVP/CP'86 terecht en heeft de AEL bestaansrecht?

15. Recapitulatie belangrijkste conclusies


Our Freedom is our natural right

Offeraar (auteur)   Mr. drs. J.J. v.d. Gulik
Offercode           wart0222
Offerdatum          vrijdag 9 november 2007

Go to previous Epage ... Go to next Epage
  • Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid van het oervolk
  • - In de zaak van de Sociaal Democratische Bond uit 1894 was de Hoge Raad de opvatting toegedaan, dat verandering van de maatschappelijke orde als ideologie niet genoeg is voor een verbod. Pas wanneer men daarbij gebruik wil maken van onwettige en gewelddadige middelen werd een verbod gerechtvaardigd geacht.

    - In de aanhef van artikel 4 IVUR is de 'due regard' clausule opgenomen. Hieronder wordt verstaan, dat maatregelen om aan elke vorm van het aanzetten tot discriminatie en aan het doen van dergelijke uitingen een einde te maken genomen moeten worden 'met inachtneming van de in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens geformuleerde beginselen en van de rechten die uitdrukkelijk worden genoemd in artikel 5 van het IVUR'.

    - De Nederlandse regering vond ten tijde van de bespreking van de ontwerptekst van het IVUR, dat de mogelijkheid van een onbelemmerde meningsvorming niet opgeofferd mocht worden aan een doeltreffende bestrijding van rassendiscriminatie en daarmee verwante verschijnselen. Zij meende echter dat de in artikel 4 van het verdrag (IVUR) opgenomen clausule nu juist de strekking had om de staten te verplichten bij het treffen van hun maatregelen de vrijheid van meningsuiting te eerbiedigen.

    - Het UN Comité dat moet toezien op de implementatie van het IVUR in wetgeving, bevestigde na de uitspraak van het Europese Hof in de Jersildzaak (1994), dat de 'due regard' clausule een behoorlijke afweging vereist van het recht op bescherming tegen rassendiscriminatie en het recht op de vrijheid van meningsuiting.

    - De Deense regering dacht in de Jersildzaak (1994), waar het ging om duidelijk racistische uitlatingen van rechtsradicale jongeren dat de betrokken Deense strafrechtsbepalingen extensief zouden moeten worden geïnterpreteerd overeenkomstig de strekking van het IVUR en dat artikel 10 EVRM niet zodanig zou mogen worden geïnterpreteerd, dat daarmee het recht op bescherming tegen rassendiscriminatie op grond van het IVUR zou worden beperkt, daaraan afbreuk zou worden gedaan, of die bescherming teniet zou worden gedaan. Toch besliste het Europese Hof in deze zaak met 12 tegen 7 stemmen, dat artikel 10 EVRM was geschonden.

    - Het partijverbod moest aldus Minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken zeer restrictief worden toegepast en daarom alleen bij een stelselmatige, zeer ernstige verstoring van het democratische proces.

    - Totalitaire groeperingen, zoals de NVU, die alle niet-blanken uit Nederland willen verwijderen ongeacht hun nationaliteit, duur van verblijf, familiebanden of sociale, economische, humanitaire en andere overwegingen kunnen geen beroep doen op bescherming van het EVRM.

    - Het noodzakelijkheidscriterium vormt bij de uitingsvrijheden in nagenoeg alle arresten van het Europese Hof het beslissende element bij de vaststelling, of een beperking geoorloofd was.

    - Het Europese Hof maakt een duidelijk onderscheid tussen de begrippen 'valuejudgments' en 'facts'. Alleen 'facts' dienen feitelijk juist te zijn. Ten aanzien van 'valuejudgments' stelt het Hof zich duidelijk terughoudend op

    - Regelmatig wijst het Straatsburgse Hof op het gevaar voor risicomijdend gedrag bij burgers het 'chilling effect', wanneer ze bang zijn een misstap te zullen begaan, waardoor burgers afzien van deelname aan het openbare politieke debat.

    - De nationale rechter heeft bij de toetsing aan het EVRM een zekere beoordelingsvrijheid, een 'margin of appreciation'. Als het gaat om het publieke politieke debat laat het Europese Hof hem echter weinig beoordelingsvrijheid en hanteert een bovenstatelijke, Europese norm.

    - Het Europese Hof beoordeelt artikel 11 EVRM in het licht van artikel 10 EVRM. De bescherming van meningen en de vrijheid om ze te uiten is een van de doelen van de vrijheid van vergadering en vereniging.

    - De bescherming van lid 2 van artikel 10 EVRM strekt zich niet alleen uit tot informatie en ideeën, die gunstig worden ontvangen of gezien worden als niet beledigend of waar over men zich niet druk maakt, maar ook tot die, die beledigen, schokken en verontrusten.

    - De vrijheid van het politieke debat maakt deel uit van de kern van het concept van een democratische samenleving, waarvan de beginselen gelden voor het gehele EVRM.

    - Zonder pluralisme, tolerantie en ruimdenkendheid kan er geen democratische samenleving zijn.

    - De grenzen van acceptabele kritiek zijn ruimer met betrekking tot een regering dan als het gaat om een privépersoon, of zelfs een politicus.

    - Terwijl de vrijheid van meningsuiting belangrijk is voor iedereen, geldt dat speciaal voor een gekozen vertegenwoordiger van het volk. Hij vertegenwoordigt zijn electoraat, wijst op de zaken, die hen bezighouden en verdedigt hun belangen. Daarom vragen inbreuken op de vrijheid van meningsuiting van een lid van de parlementaire oppositie om de meest nauwkeurige toetsing door het Europese Hof.

    - Een van de principiële kenmerken van een democratie is, dat het de mogelijkheid biedt om problemen van een land op te lossen door dialoog, zonder toevlucht te nemen tot geweld, zelfs wanneer die problemen weerzin opwekken.

    - Dwingende maatregelen van preventieve aard om de vrijheid van vergadering en meningsuiting te onderdrukken anders dan in zaken, waarin wordt opgeroepen tot geweld of verwerping van democratische principes, hoe schokkend en onacceptabel bepaalde meningen of woorden ook mogen lijken aan de autoriteiten, en hoe illegitiem de eisen die gedaan worden ook mogen zijn, bewijzen de democratie geen dienst en brengen haar zelfs vaak in gevaar.

    - Terwijl de vrijheid van meningsuiting belangrijk is voor iedereen, geldt dat speciaal zo voor een gekozen vertegenwoordiger van het volk. Hij vertegenwoordigt zijn electoraat, wijst op de zaken, die hen bezighouden en verdedigt hun belangen.

    - Voor het Hof is een essentiële factor, of er een oproep is gedaan tot het gebruik van geweld, een opstand of enig andere vorm van verwerping van democratische principes.

    - De inwoners van een regio in een land hebben het recht om verenigingen op te richten teneinde de speciale eigenschappen van de regio te promoten. Het feit, dat een vereniging opkomt voor een minderheidsbewustzijn kan op zichzelf een beperking van de rechten van artikel 11 EVRM niet rechtvaardigen.

    - Het eisen van territoriale veranderingen in toespraken en demonstratioes betekent niet automatisch een bedreiging van de territoriale integriteit van het land en de nationale veiligheid.

    - De essentie van democratie is haar mogelijkheid om problemen op te lossen door een open debat.

    - In een democratische rechtsstaat moeten politieke ideeën, die de bestaande orde uitdagen en waarvan de realisatie wordt bepleit met vreedzame middelen een eerlijke kans krijgen te worden geuit door de uitoefening van het recht van vergadering als wel met andere wettige middelen.

    - Er kan geen twijfel over bestaan, dat het willen verdrijven van anderen van een gegeven grondgebied op basis van etniciteit een complete ontkenning is van democratische waarden.

    - Bij uitspraken die kunnen worden geinterpreteerd als oproep tot geweld of verwerping van democratie wordt gekeken of ze een geisoleerde positie hebben.

    - Woorden zoals 'weerstand', 'strijd' en 'bevrijding', betekenen niet noodzakelijkerwijs, dat het het gaat om het aanzetten tot geweld, gewapend verzet of een opstand. Het Hof houdt er rekening mee blijkbaar een element van overdrijving bevatten, waarmee men de aandacht wilde trekken.

    - Als elke waarschijnlijkheid van spanning en verhitte discussie tussen tegenstanders tijdens een bijeenkomst een verbod zou rechtvaardigen, dan zou de gemeenschap worden beroofd van de gelegenheid om verschillende visies te horen over elke kwestie, die op een gevoelig punt de opvatting van de meerderheid beledigt.

    - Een politieke partij is niet uitgesloten van de bescherming door het EVRM eenvoudigweg omdat de activiteiten door de nationale autoriteiten worden gezien als een ondermijning van de constitutionele structuren van de staat.

    - De staat is de ultieme beschermer van het principe van het pluralisme. Op politiek gebied betekent die verantwoordelijkheid dat de staat onder meer verplicht is om in overeenstemming met artikel 3 van het eerste Protocol bij het EVRM vrije en geheime verkiezingen te houden met redelijke tussenpozen onder voorwaarden, die de vrije uiting van de mensen in de keuze van de wetgevende macht zullen waarborgen. Een dergelijke uiting is ondenkbaar zonder de deelneming van een verscheidenheid aan politieke partijen, die de verschillende schakeringen aan meningen vertegenwoordigen, die binnen de bevolking van een land te vinden zijn. Door deze verschillende opinies weer te geven, niet alleen binnen de politieke instellingen maar ook met behulp van de media van alle niveau's van het sociale leven, leveren politieke partijen een onvervangbare bijdrage aan het politieke debat, dat deel uitmaakt van de kern van het concept van een democratie.

    - Alleen instellingen gecreëerd door en voor het volk mogen staatsmacht en staatsgezag worden toebedeeld.

    - Er kan geen democratie bestaan, waar het volk van een staat, zelfs als er sprake is van een meerderheidsbesluit, zijn wetgevende en justitiële macht opgeeft ten faveure van een lichaam, dat niet verantwoordelijk is voor het volk, dat het regeert, waarbij het niet uitmaakt, of het een seculier lichaam of een religieus lichaam is.

    - Van een rechtsstaat kan niet worden gesproken in een seculiere samenleving wanneer er onderscheid wordt gemaakt tussen mensen alleen maar op grond van het feit, dat ze een andere sekse hebben of andere politieke of religieuze opvattingen.

    - Een politieke partij mag ijveren voor een verandering van wetgeving of de wettelijke en constitutionele basis van de staat op twee voorwaarden:

    (1) de middelen die voor dat doel worden gebruikt moeten legaal en democratisch zijn;

    (2) de voorgestelde verandering zelf moet in overeenstemming zijn met fundamentele democratische principes. Hieruit volgt noodzakelijkerwijs, dat een politieke partij, waarvan de leiders aanzetten tot het gebruik van geweld, of een politiek voorstellen die niet voldoet aan een of meer van de regels van een democratie of is gericht op de vernietiging van de democratie en inbreuk maakt op de rechten en vrijheden toegekend onder een democratie geen recht kan claimen op bescherming van het EVRM.

    - Het voorstel van de Turkse Refahpartij voor een verscheidenheid aan juridische systemen zou een onderscheid introduceren tussen individuen gebaseerd op religie, zou iedereen indelen in een categorie overeenkomstig zijn religieuze overtuigingen en zou hem rechten en verplichtingen toestaan niet als een individu maar overeenkomstig zijn band met een religieuze beweging. Het Hof is van opvatting, dat een dergelijk gemeenschapsmodel niet in overeenstemming is met het Verdragssysteem vanwege twee redenen.

    Ten eerste zou het de rol van de staat als de beschermer van individuele rechten en vrijheden en de onpartijdige organisator van de praktijk van de verschillende overtuigingen en religies in een democratische samenleving teniet doen, daar het de individuen ertoe zou verplichten om niet regels neergelegd door de staat in de uitoefening van zijn bovengenoemde functies te gehoorzamen, maar statische wetsregels opgelegd door de betreffende religie. De staat heeft juist een positieve verplichting ervoor te zorgen, dat iedereen binnen haar jurisdictie volledig en zonder ze terzijde te kunnen laten, de rechten en verplichtingen, zoals gegarandeerd door het Verdrag, geniet.

    - Het Europese Hof vind de sjaria de tegenpool van democratie in die zin dat het is gebaseerd op dogmatische waarden en het tegendeel is van de suprematie van de rede en van de opvattingen over vrijheid, onafhankelijkheid en het ideaal van het humanisme ontwikkeld in het licht van de wetenschap.

    - De dogma's en goddelijke regels van de sjaria zijn vastgelegd in de religie en zijn vast en onveranderlijk. Principes zoals pluralisme op politiek gebied of de constante evolutie van publieke vrijheden hebben er geen plaats in. Een regime gebaseerd op de sjaria wijkt duidelijk af van de waarden in het EVRM.

    - Naar de mening van het Hof kan een partij waarvan de activiteiten erop schijnen te zijn gericht om de sjaria te introduceren in een staat, die partij is bij het Verdrag nauwelijks worden gezien als een vereniging met een democratisch ideaal, dat aan het gehele Verdrag ten grondslag ligt.

    - Het Hof hield er in de zaak tegen de Refahpartij rekening mee, dat de politieke doelen van de Refahpartij noch theoretisch noch illusoir waren.

    - De Nederlandse rechter heeft met zijn vonnis betreffende het verbod en de ontbinding van de NVP/CP'86 wat in het verlengde ligt van een vonnis tegen Janmaat de grenzen waarbinnen politiek bedreven kan worden in Nederland voor dergelijke extreemrechtse partijen wel erg krap genomen en wijkt daarmee af van de lijn van het Europese Hof.

    - Het Europese Hof ziet de sjaria als tegenpool van democratie. Door het streven naar een islamitische staat onder sjaria is de voorgestelde verandering niet in overeenstemming met fundamentele democratische principes. Daarom kan geconcludeerd worden, dat de eerste reden op basis waarvan de AEL geen bestaansrecht heeft in Nederland, de opvattingen over sjaria betreffen.

    - De voorgestelde sjoerademocratie is ook niet in overeenstemming met de fundamentele democratische principes. Dit is de tweede reden, waarom de AEL in Nederland geen bestaansrecht heeft.

    - Een partij, die erop gericht is om misbruik te maken van het democratische mandaat is bezig de democratische staat in de kern aan te tasten. Zoals eermalen is gebleken heeft de bescherming van het Europese Hof voor politieke partijen een grote reikwijdte. Wanneer democratische principes worden verworpen, houdt de bescherming van het Europese Hof echter op. Door het misbruik van het democratische mandaat bestaat er zo een gerede kans dat dit in de ogen van het Europese Hof geen genade zal vinden. Dit is de derde reden waarom de AEL geen bestaansrecht heeft in Nederland.

    - Jahjah zegt minder een bewonderaar te zijn van Farrakhan. Meer afstand neemt hij niet van de Nation of Islam. Dus het grootste deel van het gedachtengoed van de vroegere leider ervan en van de Nation of Islam zal hij onderschrijven. Dat betekent, dat hij het idee van een eigen staat op etnische grondslag steunt, waarbij de blanken de rug wordt toegekeerd. Blijkbaar wil men in die staat geen blanken hebben, of invloed laten hebben. Daarmee steunt de AEL een racistische politiek. Gezien ook de antidemocratische staatsvorm sjoera, die hij nastreeft, komt de casus dicht in de buurt van die van de Nederlandse Volksunie (NVU), waarbij het Europese Hof stelde, dat de NVU geen recht op bescherming aan het EVRM kon ontlenen. Dit is de vierde reden waarom de AEL geen bestaansrecht heeft in Nederland.

    - Gezien het overmatige begrip voor terroristische aanslagen, het feit, dat Jahjah zelf aangaf eerder wapens te hebben gebruikt en het feit, dat bestuursleden felle antisemitische uitingen niet afkeurden zal het Europese Hof ook op deze gronden geen bescherming willen verlenen aan de AEL.

    - Een politieke partij, waarvan de leiders aanzetten tot het gebruik van geweld, of een politiek voorstellen die niet voldoet aan een of meer van de regels van een democratie of is gericht op de vernietiging van de democratie en inbreuk maakt op de rechten en vrijheden toegekend onder een democratie kan geen recht claimen op bescherming van het EVRM.

    ***

    Go to previous Epage ... Go to next Epage
  • Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid van het oervolk

  • WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 97 of 103


    Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
    Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

    Kritisch Podium Dewanand

    Literair
    Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
    Offercode: WART0222
    Copyright @ Mr. drs. J.J. v.d. Gulik 2007