|
Home Podium Politiek
Religie Hindoeisme
Islam Suriname India
Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist
Gastenboek Links
Disclaimer Contact
Kritisch Podium Dewanand
Literair
WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 53 of 103
Was het verbod van de NVP/CP'86
terecht en heeft de AEL bestaansrecht?
9.3. Over het separatisme en de verdeling van de Turkse natie
Our Freedom is
our natural right
Offeraar (auteur) Mr. drs. J.J. v.d. Gulik
Offercode wart0222
Offerdatum vrijdag 9 november 2007
Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid
van het oervolk
De Verenigde Communistische Partij (VCP) heeft zich volgens
het Turkse Constitutionele Hof in de statuten en het programma uitgeproken
voor de erkenning van het bestaan van twee autonome volkeren binnen het
staatkundige verband van Turkije, het Turkse en het Koerdische volk. Een
dergelijk standpunt leverde volgens het Constitutionele Hof een schending
op van de Turkse Grondwet, die zowel in de Preambule als in verspreide
artikelen aangeeft, dat Turkije een unitaristische en ondeelbare staat
is met één taal en één nationaliteit. Het Europese Hof
hierover:
- 'The Court notes that although the TBKP refers in
its programme (see par. 9 above) to the Kurdish 'people' and 'nation'
and 'Kurdish 'citizins', it neither describes them as a 'minority' nor
makes any claim - other than for recognition of their existence - for
them to enjoy special treatment or rights (
). On the contrary, the
programme states: 'The TBKP will strive for a peaceful, democratic and
fair solution of the Kurdish problem, so that the Kurdish and Turkish
peoples may live together of their free will within the borders of the
Turkisch Republic, on the basis of equal rights and with a view to democratic
restructuring founded on their common interests'. With regard to self-determination,
the TBKP does no more in its programme than deplore the fact that because
of the use of violence, it was not 'exercised jointly, but separately
and unilaterally', adding that 'the remedy for this problem is political'
and that the oppression of the Kurdisch people and the distinction against
them are to end, Turks and Kurds must unite'. The TBKP also said in its
programme: 'A solution to the Kurdish problem will only be found if the
parties concerned are able to express their opinions are able to take
part in politics with their own national identity'
(Zie noot 76* Bellekom, Th.L. (1999). NJCM, jrg. 24, nr. 5. Partijverboden
en de arrogantie van het democratische gelijk, blz. 643.).
Oftewel vertaald geeft dit,
- 'Het Hof merkt op, dat hoewel de VCP in zijn programma
verwijst naar het Koerdische volk en natie en Koerdische burgers, ze
in het programma noch als een minderheid worden beschreven, noch dat
er enige claim wordt gelegd - anders dan de erkenning van hun bestaan
- om een speciale behandeling te genieten of speciale rechten. Integendeel
het programma stelt: 'De VCP zal streven naar een vreedzame democratische
en rechtvaardige oplossing van het Koerdische probleem, zodat de Koerdische
en Turkse volkeren uit vrije wil zullen samenleven binnen de grenzen
van de Turkse republiek, op de basis van gelijke rechten en met het
oog op een democratische herstructurering gebaseerd op hun gemeenschappelijke
belangen'. Met betrekking tot zelfbeschikking, zegt de VCP niet meer
in zijn programma dan dat het feit wordt vermeld dat het gebruik van
geweld 'niet gezamenlijk werd uitgevoerd, maar afzonderlijk en eenzijdig',
waaraan werd toegevoegd, dat 'de oplossing voor het probleem is een
politieke', en dat 'de onderdrukking van het Koerdische volk en het
onderscheid met betrekking tot hen moeten stoppen, Turken en Koerden
moeten zich verenigen'. De VCP zei ook in zijn programma: 'Een oplossing
voor het Koerdische probleem zal alleen gevonden kunnen worden als de
betrokken partijen hun meningen vrij kunnen uiten, als ze het erover
eens zijn geen toevlucht te nemen tot geweld in welke vorm dan ook om
het probleem op te lossen en als ze kunnen deelnemen aan de politiek
met hun eigen nationale identiteit'.
Het Hof wijst er dus op dat het programma van de VCP aangeeft dat er
geen speciale behandeling of rechten voor de Koerden worden nagestreefd
en dat het is gericht op een vreedzame democratische en rechtvaardige
oplossing en dat de onderdrukking van het Koerdische volk en het onderscheid
tot hen moeten stoppen en dat Turken en Koerden zich moeten verenigen.
Ook in deze zaak wees het Europese Hof erop, dat een van de principiële
kenmerken van een democratie de mogelijkheid is om de problemen van een
land op te lossen door dialoog, zonder toevlucht te nemen tot geweld,
zelfs als dat weerzin opwekt. Democratie gedijt bij vrijheid van meningsuiting.
Uitgaande daarvan kan er geen rechtvaardiging zijn voor het uitsluiten
van een politieke groepering alleen maar omdat die het debat zoekt.
Het Europese Hof kwam in deze zaak unaniem tot het oordeel,
dat het verbod op grond van artikel 11 EVRM disproportioneel
was in vergelijking met het nagestreefde legitieme doel en daarom niet
noodzakelijk was in een democratische samenleving.
***
Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid
van het oervolk
WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 53 of 103
Home Podium Politiek
Religie Hindoeisme
Islam Suriname India
Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist
Gastenboek Links
Disclaimer Contact
Kritisch Podium Dewanand
Literair
Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
Offercode: WART0222
Copyright @ Mr. drs. J.J. v.d. Gulik 2007
|
|