|
Home
Podium
Politiek
Religie
Hindoeisme
Islam
Suriname
India
Liefde
Jongeren
Literair
Poezie
Zeepkist
Gastenboek
Links
Disclaimer
Contact
Kritisch Podium DewanandPodium
Hitlers droom - De link tussen djihad en jodenhaat
- likoed Nederland
Offeraar Matthias Küntzel, politicoloog te Hamburg
Offercode wfor0324
Offerdatum 3 november 2007
Door Matthias Küntzel, politicoloog te Hamburg. Deze week verscheen
zijn boek 'Djihad und Judenhaß' in Engelse vertaling ('Jihad and
Jew-Hatred: Islamism, Nazism and the Roots of 9/11', Telos Press, New
York).
Vertaling Andrea Bosman, Trouw de Verdieping, 3 november 2007.
Volgens Matthias Küntzel heerst in het Westen een
ongelooflijke blindheid voor de werkelijke motieven van het islamisme:
een diepgewortelde Jodenhaat, mede geïnspireerd
door nazi-Duitsland. "Niet dat de
islamisten hun doelen verbergen. Het probleem is dat het Westen niet luistert."
Het idee zelfmoordpiloten in te zetten om de wolkenkrabbers
van Manhattan te vernietigen ontstond in de jaren veertig in Berlijn.
"In de laatste fasen van de oorlog heb ik Hitler nooit uitzinniger
gezien, alsof hij in een delirium verkeerde, dan tijdens de momenten waarop
hij voor zichzelf en ook voor ons de neergang van New York in torens van
vuur verbeeldde", schreef Albert Speer in zijn dagboek.
"Hij beschreef hoe de wolkenkrabbers in enorme brandende
fakkels veranderden en neerstortten, en hoe de uit elkaar vallende stad
weerspiegelde tegen de donkere hemel."
Hitler fantaseerde hoe kamikazepiloten in lichte vliegtuigen, volgeladen
met explosieven en zonder landingsgestel, zich in de wolkenkrabbers van
Manhattan boorden. De tekeningen voor de Daimler-Benz Amerikabomber uit
het voorjaar van 1944 laten reusachtige, viermotorige vliegtuigen zien
met verhoogde landingsgestellen om kleine bommenwerpers te kunnen vervoeren.
De bommenwerpers zouden losgelaten worden kort voordat de vliegtuigen
de Oostkust zouden bereiken, waarna het moedervliegtuig naar Europa terug
zou vliegen.
Hitlers extase bij de gedachte aan een brandend Manhattan
laat zijn onderliggende motief zien: hij wilde niet alleen vechten
tegen een militaire tegenstander, maar alle Joden doden. Bezeten door
de veronderstelling dat de hele Wereldoorlog een strijd was tegen een
ingebeelde Joodse vijand, veroordeelde hij de VS als 'Joodse staat' en
New York als het centrum van het wereldjodendom.
"Wall Street", zoals een populair boek, dat in 1919 in München
werd uitgebracht, het stelde, "is zogezegd het militaire hoofdkwartier
van Judas. Van hieruit spint hij zijn draden over de hele wereld."
Vanaf 1941 drong Hitler eropaan de bommenwerpers in productie te nemen,
om "in staat te zijn de Joden een les te leren in de vorm van terreuraanvallen
op Amerikaanse metropolen". Tegen het einde van de oorlog was dit
idee een obsessie geworden.
Zestig jaar later werd de aanval op het
World Trade Center vanuit Duitsland gecoördineerd. Mohammed
Atta, de Egyptenaar die het vliegtuig bestuurde dat de noordelijke toren
van het World Trade Center raakte, Marwan al-Shehhi, afkomstig uit de
Verenigde Arabische Emiraten, die zijn vliegtuig de zuidelijke toren instuurde,
Ziad Jarrah uit Libanon, die vlucht 93 van United Airlines bij Shanksville,
Pennsylvania liet neerstorten, en hun vrienden Ramzi Binalshibh, een Jemeniet
en de Marrokaanse student Mounir al-Motassedeq - zij allen
vormden samen een Al-Kaida-cel in Hamburg, waar
zij regelmatig 'Koran-cirkel'-bijeenkomsten met
sympathisanten hielden.
Welke ideeën zetten Atta en de anderen aan tot handelen? Getuigen
gaven een deel van het antwoord tijdens het eerste aan 11 september gerelateerde
proces ter wereld, tegen Al-Motassedeq, dat plaatsvond in Hamburg tussen
oktober 2002 en februari 2003. Een deelnemer aan de Koran-cirkel-bijeenkomsten,
Sahid Nickerls, verklaarde dat de Weltanschauung van Atta gebaseerd was
op een "nationaal-socialistische manier van denken".
Atta was ervan overtuigd dat de Joden aankoersten op wereldheerschappij
en hij beschouwde New York City als het centrum van het wereldjodendom
dat vanuit zijn optiek Vijand Nummer 1 was. Medestudenten van Motassedeq,
die in hetzelfde studentenhuis woonden, bevestigden dat hij deze opvattingen
deelde en dat hij enthousiast rondbazuinde dat er een 'grote actie' ophanden
was.
Een student citeerde Motassedeq die gezegd zou hebben: "De Joden
zullen branden en uiteindelijk zullen we op hun graven dansen."
Vreemd genoeg hebben noch de Amerikaanse, noch de internationale media
veel aandacht besteed aan deze getuigeverklaring. Bovenstaande citaten
komen uit het weekblad Der Spiegel en uit de gedetaileerde aantekeningen
van Michael Eggers, die elke zitting bijwoonde voor persbureau Reuters.
Als dit een proces was geweest tegen een lid van de Ku Klux Klan, of tegen
een extreem-rechtse figuur als Timothy McVeigh, de 'Oklahoma City Bomber',
dan zouden berichten over deze nazi-achtige
vernietigingsfantasieën waarschijnlijk wel tot in de krantenkoppen
zijn doorgedrongen.
Maar omdat het ging om aanvallers met een Arabische achtergrond, vonden
journalisten het blijkbaar irrelevant. Toch was deze Jodenhaat geen gril
van de Hamburgse cel. Osama bin Laden zelf zei in 1998: "De vijandschap
tussen ons en de Joden gaat ver terug in de tijd en is diepgeworteld.
Er is geen twijfel mogelijk dat oorlog tussen ons onvermijdelijk is. [*]
Het Uur van Wederopstanding zal niet komen voordat moslims de Joden zullen
bevechten."
Zelfs het rapport over de aanslagen op 11 september 2001 van de National
Commission on Terrorist Attacks Upon the United States, verschenen in
juli 2004, schiet in dit opzicht tekort. Het hoofdstuk over 'Bin Ladens
visie op de wereld' maakt geen gewag van zijn Jodenhaat. Deze stilte is
des te opmerkelijker omdat de commissie wél documenten aanhaalt
waarin Bin Laden op ondubbelzinnige wijze zijn haat tegen Joden uit.
In de 'Brief aan het Amerikaanse volk' van november 2002 bijvoorbeeld,
waaruit het rapport herhaaldelijk citeert, waarschuwt Bin Laden: "De
Joden beheersen jullie media, en beheersen nu ieder aspect van jullie
leven, ze maken bedienden van jullie en zullen ten koste van jullie hun
doelen bereiken." Toch slagen de auteurs van het rapport er
op wonderbaarlijke wijze niet in de betekenis van deze woorden en de ideologie
die erachter steekt te onderkennen.
Het rapport negeert eveneens de geschiedenis van het islamisme. Het wijdt
slechts vijf regels aan de gehele periode vóór 1945. Maar
het is precies in deze periode dat de persoonlijke contacten en ideologische
banden tussen het vroege islamisme en het late nazisme ontstonden. Juist
toen werd de link tussen Jodenhaat en djihad geboren.
In weerwil van een wijdverbreid misverstand ontstond het islamisme niet
in de jaren zestig, maar in de jaren dertig. Het liet zich inspireren
door de opkomst van het nazisme. Vóór 1951 waren alle campagnes
van het islamisme niet tegen het kolonialisme gericht, maar tegen de Joden.
Het was de Moslimbroederschap, opgericht in 1928,
dat het islamisme als massabeweging in gang zette. De betekenis van deze
broederschap voor het islamisme is vergelijkbaar met die van de bolsjewistische
partij voor het communisme; het was en is tot op de dag van vandaag het
ideologische referentiepunt en organisatorische hart voor alle latere
islamistische groepen, inclusief Al-Kaida en Hamas.
Het is waar dat het Britse koloniale bewind het islamisme heeft voorgebracht,
voorzover het zichzelf zag als een verzetsbeweging tegen'culturele moderniteit'.
De islamistische oplossing was de roep om een nieuwe ordening, gebaseerd
op de sharia. Maar de djihad van de Moslimbroederschap was niet primair
gericht tegen de Britten. Het richtte zich bijna exclusief op het zionisme
en de Joden. Het aantal leden van de broederschap schoot tussen 1936 en
1938 omhoog van 800 tot 200.000. In deze twee jaren voerde de Moslimbroederschap
slechts één grote campagne in Egypte: tegen het zionisme
en de Joden.
Deze campagne begon met een opstand in Palestina tegen Joodse immigratie,
geïnitieerd door de beruchte groot-moefti van Jerusalem, Amin al-Hoesseini.
De broederschap organiseerde massademonstraties met slogans als 'Neer
met de Joden' en 'Joden weg uit Egypte en Palestina'.
In pamfletten werd opgeroepen tot een boycot van Joodse goederen en Joodse
winkels. In de krant van de Moslimbroederschap verschenen columns over
'Het gevaar van de joden van Egypte', met daarin de namen en adressen
van Joodse zakenlieden en verondersteld Joodse krantenuitgevers van over
de hele wereld. In die columns werd elke vorm van kwaad, van communisme
tot bordelen, aan het 'Joodse gevaar' toegedicht. De campagne van de broederschap
tegen de Joden gebruikte niet alleen nazi-achtige tactieken, maar, zoals
historici aantoonden, ook Duits geld.
Tegelijkertijd was de Moslimbroederschap de eerste moderne organisatie
die het archaïsche idee van een oorlogszuchtige djihad en doodsverlangen
propageerde.
De doodscultus, het merkteken van het
moderne djihadisme, was vanaf het begin omgeven door Jodenhaat.
Sterker nog: deze houding ontsprong niet alleen aan Europese invloeden,
hij dreef ook op islamitische bronnen. Islamisten beschouwden en beschouwen
Palestina als islamitisch territorium, Dar
al-Islam, waar Joden geen enkel dorp mochten besturen, laat staan
een staat. Op z'n best zou het land in hun opinie Judenrein moeten zijn;
op z'n minst zouden Joden een onderdanige status moeten krijgen.
Islamisten rechtvaardigen hun streven naar het elimineren van de Joden
uit Palestina ook door het voorbeeld van Mohammed erbij te halen, die
in de zevende eeuw niet alleen twee Joodse stammen uit Medina wegjoeg,
maar die ook alle mannen van een derde Joodse stam liet onthoofden. En
zij vinden steun en aanmoediging voor hun daden en plannen in de anti-Joodse
passages in de Koran.
Na de Tweede Wereldoorlog verschoof het centrum van de Jodenhaat van nazi-Duitsland
naar de Arabische wereld. In november 1945, een halfjaar na het einde
van het Derde Rijk, voerden de Moslimbroeders de ergste anti-Joodse progroms
uit in de geschiedenis van Egypte, toen demonstranten de Joodse wijken
van Caïro binnendrongen tijdens de herdenking van de Verklaring van
Balfour - het document waarmee de Britse regering in 1917 de plannen voor
de oprichting van een Joods Nationaal Tehuis in Palestina ondersteunde.
Huizen en winkels werden geplunderd, niet-moslims aangevallen
en synagogen in brand gestoken. Zes mensen vonden de dood, honderden
raakten gewond. Een paar weken later openden de islamistische kranten
"een frontale aanval op de Egyptische Joden, door ze als zionisten,
communisten, kapitalisten en bloedzuigers, als pooiers en oorlogshandelaars
door het slijk te halen, of, meer in het algemeen, als subversieve elementen
binnen alle staten en samenlevingen", zoals Gudrun Krämer schreef
in haar studie 'De Joden in Egypte 1914-1952'.
In 1946 zorgde de broederschap ervoor dat aan Heinrich Himmlers vriend
Amin al-Hoesseini - de voormalige groot-moefti, die gezocht werd als oorlogsmisdadiger
door Groot-Brittannië en de Verenigde Staten - asiel werd verleend
en dat hij zicht kreeg op een politieke carrière in Egypte. Van
1941 tot 1945 was hij gestationeerd in Berlijn, vanwaaruit hij de islamitische
SS-divisies op de Balkan dirigeerde.
Hij zorgde er persoonlijk voor dat onderhandelingen tegen
het eind van de oorlog, die duizenden Joodse kinderen uit de gaskamers
hadden kunnen redden, werden geblokkeerd. Dit was allemaal bekend
in 1946. Toch zagen Groot- Brittannië en de Verenigde Staten af van
strafrechtelijke vervolging van Al-Hoesseini om te voorkomen dat hun relaties
met de Arabische wereld verstoord zouden raken. Frankrijk, dat de man
vasthield, liet hem met opzet ontsnappen.
Voor velen in de Arabische wereld was de amnestie voor deze prominente
islamitische autoriteit een rechtvaardiging van zijn daden. Ze keken met
trots naar zijn naziverleden, niet met schaamte. Nazimisdadigers die op
de lijst van gezochte personen in Europa stonden, stroomden nu de Arabische
wereld binnen.
Het beruchtste schotschrift tegen de Joden
, 'De Protocollen van de Wijzen van Zion', werd op bevel van twee bekende
voormalige leden van de Moslimbroederschap, Gamal Abdel Nasser and Anwar
Sadat, in grote oplagen gedrukt.
De gevolgen van deze houding, deze blindheid voor de internationale uitwerking
van de Holocaust, hebben nog steeds hun invloed op het Arabisch-Joodse
conflict. Hoe verklaren islamisten de internationale steun voor Israël
in 1947? Door het werkelijke lot van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog
te negeren nemen ze hun toevlucht tot samenzweringstheorieën, waarin
de oprichting van de Joodse staat wordt gezien als een Joods geïnspireerde
aanval door de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie op de Arabische wereld.
Het krankzinnige idee van een wereldwijde
Joodse samenzwering, dat in Duitsland sinds 8 mei 1945 wordt onderdrukt,
overleefde en bloeide in de politieke cultuur van de Arabische wereld.
Vooral het nazi-achtige complotdenken
was hardnekkig. Een treffend voorbeeld van de voortgaande invloed
hiervan is het Handvest dat in 1988 door de Palestijnse broederschap,
beter bekend als Hamas, werd aangenomen. Hierin definieert Hamas zichzelf
als 'avant-garde' van de strijd tegen het 'wereldwijde zionisme'.
De Joden, aldus het Handvest, zaten achter de Franse en communistische
revolutie. "Ze zaten achter de Eerste Wereldoorlog, ze zaten achter
de Tweede Wereldoorlog, waar ze enorme financiële winsten boekten
door de handel in wapens, en waar ze de weg vrijmaakten voor de oprichting
van hun staat. Er is geen oorlog gaande waar zij niet de hand in hebben."
Volgens artikel 32 van het Handvest staat hun plan vervat in de 'Protocollen
van de Wijzen van Zion', en "hun huidige gedrag is het beste bewijs
voor hetgeen we hier zeggen".
De pure absurditeit van deze beweringen maakt het voor ontwikkelde mensen
moeilijk om te geloven dat ook maar iemand ze serieus zou nemen. Toch,
deze opvatting over de Joden als de wortel van alle kwaad inspireert nog
steeds tot moord op burgers in Israël en het motiveert de vreugde
waarmee islamisten deze moorden begroeten.
Werkelijk verbazingwekkend is pas dat deze islamistische
Jodenhaat door westerse analisten, politici en media vaak over
het hoofd wordt gezien.
Zie, zoals gezegd, het voornoemde rapport van de National Commission.
In plaats van het feit te onderkennen dat de Jodenhaat in de islamitische
wereld al lang vóór 11 september 2001 epidemische vormen
had aangenomen, wekt het rapport de indruk dat het islamisme pas opkwam
als antwoord op de recente Amerikaanse en westerse politiek.
De stereotiepe boodschap dat het Westen verantwoordelijk is, wordt herhaald
in de analyse van de motieven van Bin Laden. "Bin Ladens grieven
tegen de Verenigde Saten zijn misschien ontstaan als directe reactie op
specifiek Amerikaans beleid, maar ze werden al snel veel dieper."
Het rapport slaat hier de plank mis. De leider van Al-Kaida was eerst
gepolitiseerd, niet door specifiek Amerikaans beleid, maar door de geschriften
van Sayyid Qutb en de djihadistische teksten van Abdoellah Azzam. De uitleg
van de commissie over de aantrekkingskracht van Al-Kaida is daarom eenzijdig:
"Terwijl door politieke, sociale en economische problemen licht ontvlambare
samenlevingen ontstonden, gebruikte Bin Laden de extreemste fundamentalistische
tradities als zijn lucifer."
Natuurlijk is het waar dat islamisten sociale problemen voor hun eigen
doeleinden proberen uit te buiten. Maar het islamisme is geen ideologie
die protest doet ontvlammen als het tegen sociale onrechtvaardigheden
aanschuurt.
Integendeel, islamistisch geweld wordt juist uitgelokt door elk teken
van moderne ontwikkeling in de moslimwereld: wetenschappelijk onderzoek,
politieke of persoonlijk zelfbestemming, economische vooruitgang, gelijkheid
voor vrouwen, vrijheid van expressie in bioscoop en theater. De
radicalisering van de islam is minder het gevolg van armoede en gebrek
aan kansen, dan dat het er de oorzaak van is.
Uiteindelijk kan de weigering om de ware motieven van Al-Kaida te onderkennen
resulteren in een omkering van verantwoordelijkheden: hoe dodelijker het
terrorisme, hoe groter de Amerikaanse schuld.
Het aantrekkelijke van deze benadering schuilt in de schijnbare hoop die
ervanuitgaat. Als het zelfmoordterrorisme zijn wortels heeft in de Amerikaanse
politiek, dan kan een verandering in die Amerikaanse politiek het terrorisme
doen bedaren, evenals de angst die het met zich meebrengt. Ondertussen
profiteert Al-Kaida hiervan, want hoe bloediger zijn aanvallen, des te
groter de woede jegens de Verenigde Staten.
Een strijd tegen het islamisme zonder
kennis van de ideologie verzwakt het Westen. Het toeschrijven van
schuld aan Israël en de Verenigde Staten is olie op het vuur van
islamistische propaganda en drijft de wig dieper in het westerse kamp
in plaats van daar waar hij hoort: in de moslimwereld.
Zulke blindheid is vooral riskant in het geval van het
Iraanse nucleaire programma, dat zo gevaarlijk is vanwege
de unieke ideologische brij die het bevat: een
mix van Jodenhaat, Holocaust-ontkenning en sjiitisch messianisme vormt
de context voor Irans streven naar nucleaire wapens en geavanceerde raketten.
Hier is het worst case-scenario niet een toename van zelfmoordaanvallen
tegen individuen, maar misschien wel een suïcidale nucleaire aanval
op de staat Israël.
In 1938 in München dachten velen dat ze het probleem met de Sudetenduitsers
en Hitler wel konden oplossen zonder na te denken over hoe dit paste in
de algehele strategie van de nazi's. Op precies dezelfde manier worden
in besluiten van de VN-Veiligheidsraad de technische aspecten van het
nucleaire programma van Iran van hun ideologische context ontdaan.
Het probleem is niet dat de islamisten hun doelen verbergen. Het probleem
is dat het Westen niet luistert.
Het belangrijkste verwijt van Osama bin Laden jegens de Amerikanen in
zijn 'Brief aan het Amerikaanse volk' is dat zij zich als vrije burgers
gedragen en hun eigen wetten maken in plaats van de sharia te accepteren.
Dezelfde haat tegen de vrijheid is terug te vinden in de brief van de
Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad aan de Amerikaanse president. "Zij
die inzicht hebben, horen reeds de klanken van het ineenstorten van de
ideologie en de gedachten van de liberale democratische systemen."
Niet de strijd aangaan met de ideologische wortels van het islamisme -
en zijn goed gedocumenteerde link met nazi-Jodenhaat - hindert elke westerse
aanmoediging van politieke, economische en culturele modernisering in
de moslimwereld. Alleen deze modernisering kan de meerderheid van de moslims
afscheiden van de islamisten, die bereid zijn te sterven om dit te voorkomen.
Zonder de ideologische wortels van het islamisme aan te pakken is het
onmogelijk de moslimwereld te confronteren met de werkelijke keuzen waarvoor
zij staat: kiest ze voor leven en hoop, of voor de cultus van de dood?
Komt ze op voor individuele en sociale zelfbestemming, of zal ze zich
uiteindelijk onderwerpen aan het programma van Jodenhaat en djihad?
Kadertekst: Islamitisch antisemitisme, een gevoelige kwestie
De Duitse politicoloog Matthias Küntzel (1955) kwam
maart dit jaar in het nieuws toen de Universiteit van Leeds een lezing
van hem plotseling afzegde. Küntzel had willen spreken over
'Hitlers erfenis: islamitisch antisemitisme in het Midden-Oosten'. Het
universiteitsbestuur gelastte de lezing af na klachten van moslimstudenten.
Volgens de universiteit had de afzegging niets te maken met censuur of
met aantasting van de academische vrijheid. Het bestuur had gehandeld
uit bezorgdheid om Küntzels veiligheid.
De affaire doet denken aan die rond de Nederlandse judaïst
prof. dr. Pieter W. van der Horst.
In juni 2006 schrapte hij onder druk van het bestuur van de Universiteit
Utrecht enkele passages uit zijn afscheidsrede, waarin hij wilde uitweiden
over het hedendaagse islamitisch antisemitisme. Ook hier voerde de universiteit
aan dat zij slechts bezorgd was om de veiligheid van de spreker.
Bron link:
http://www.likud.nl/persnl86.html
***
Relevante links:
- Was Adolf Hitler links?
(ook duitse versie), Marcel Roele
- Adolf Hitler en
Maarten Luther, door Harry Westerink, site gebladerte.nl
- Hi Justitie:
tekst wfor1254 discrimineert blanken
- De Nieuwe Ariërs (NA)
- 30 Vragen over antisemitisme
- 1 Miljoen Marokkaanse miljonairs
- Wetenschappelijke definitie Jood
- Adolf Hitler reïncarneert in 2006
- 2060: Hongersnood in Europa
- Autochtonen, allochtonen en Hindoelanders
- Terreurplannen Al Qaida Nederland
- Is Forza Nederland extreemrechts?
- Adolf Hitler is de messias van
de Joden
- Eerbetoon Blood and Honour Nederland
- Rita Verdonk wil alle allochtonen
vergassen. Heil Fuhrer Rita Verdonk
- (boek) "Uitstervende Nederlanders. Mein Kampf, deel 2"
Analyse van het uitsterven van het blanke Nederlandse volk in de verstikkende multikul, vanuit Dewanistisch perspectief.
Paperback Royal 631 pag. 28,97 euro, rubriek: geschiedenis en politiek
- (boek) "Moord op de vrijheid van het oervolk"
Onderzoek naar recht op vrijheid van meningsuiting en van vereniging in Nederland. Is Nederland echt een democratisch land? Mr. Drs. J.J. vd Gulik, onder redactie van Dewanand
Paperback Royal 318 pag. 22,71 euro, rubriek: geschiedenis en politiek
Home
Podium
Politiek
Religie
Hindoeisme
Islam
Suriname
India
Liefde
Jongeren
Literair
Poezie
Zeepkist
Gastenboek
Links
Disclaimer
Contact
Kritisch Podium DewanandPodium
Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
|
|