Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

Kritisch Podium Dewanand

Literair

Het millenniumvisioen van arme Kwasi

Offeraar       Dewanand
Offercode      art208
Offerdatum     dinsdag 23 november 1999

De bumper van een haastige auto hapt in de benen van een hongerige en eenzame zwerver in Rotterdam, terwijl het feest van de millenniumwisseling in alle hevigheid losbarst. De seconden tikken traag voorbij, terwijl hij lijdend kruipt naar een beschut plekje langs de weg, en een glimmende auto op topsnelheid wegrijdt. Een enkele voorbijganger kijkt even naar de roetzwarte Surinamer, maar wendt hsijn blikken haastig af, om door te gaan met het heilige afscheidsfeest. Kwasi moet het nu helemaal zelf uitzoeken en wordt echt liefdeloos behandeld door de kersverse aardbewoners van de 21ste eeuw.

Het waterige bloed op zijn kleren verandert langzaam in ijskristallen, terwijl hij geknal hoort van duizenden rotjes. Opeens vervaagt het geluid en ziet hij een witte wolk die snel naar hem toezweeft. Een zee van licht omringt hem gedurende enkele minuten, en een zinderend en gelukzalig gevoel streelt zijn gedachten. Het is iets waar hij al heel lang naar verlangd heeft. Het lijkt alsof deze hemelse toestand uren duurt, en nooit zal eindigen en dat hoopt hij op dit moment ook diep in zijn zwervershart. Opeens voelt hij koele lucht langs zijn wangen waaien en opent zijn ogen. De wolk is verdwenen.

Kwasi kijkt snel om zich heen en beseft dat hij op een danspodium ligt, terwijl duizenden mensen hem toejuichen. Zijn hart klopt steeds sneller en zijn benen doen niet meer pijn. Een mooi goudkleurig pak siert zijn zwarte lichaam en hij ziet een lange donkere vrouw met lang golvend haar uit een soort zwevende auto stappen. Zij loopt direkt naar hem toe en vraagt: “Kwasi kom mee met mij, wij gaan eten nu.” Zij pakt zijn hand en trekt hem mee. Moe en hongerig stemt hij toe en leunt op haar terwijl zij samen in de auto stappen. Verbaasd merkt hij dat de auto door de lucht vliegt en geen enkel geluid maakt. De snelheid geeft hem een misselijk gevoel. “Kom, wij gaan nu naar het hotel, en daarna lekker slapen. Morgen moet je jou internationale award voor popmuziek gaan ophalen in Amerika.” Kwasi zegt niets terug, want hij voelt zich zo heerlijk met zijn hoofd op de schouders van deze lieflijke vrouw. Het is iets dat hij al twintig jaar niet heeft gevoeld in de harde en botte Rotterdamse straten. Tevreden valt hij in een diepe slaap.

Het eerste wat hij ziet is het gaaf gezicht van zijn droomvrouw. Zo mooi, zo zacht en helemaal kastanjebruin. Ik ben in de hemel denkt hij en God heeft mij in het paradijs gezet. “Wil je wat pittig gestoofde hertevlees met rijst en kouseband eten?”, vraagt de Engel zonder vleugels aan hem. Zijn ogen zeggen snel ja, en zij schept een bordje vol met hemelse spijzen. Terwijl Kwasi eet, beseft hij dat alles naar verse nectar smaakt en dat hij dus inderdaad in de hemel moet zijn. De bruingekleurde Engel staat haar fonkelende zwarte haren te kammen voor een kristalheldere spiegel. Er is geen televisie in deze kamer en alles ziet er heel fijntjes en breekbaar uit, precies zoals de juffrouw op school hem vertelde toen hij nog elf jaar was.

“Zo je bent klaar met eten, hč. Kom wij gaan ons vermaken in de badkamer”. Wederom laat hij zich leiden als een blinde door deze betoverende vrouw. Zij is naamloos en stiekempjes beslist hij om zijn intiemste levensgezellin in deze luchtwereld anoniem te laten, want op straat was het toch niet anders. Een deur zoeft open en samen betreden zij een ruimte vol stoom en een heerlijke geur. “Ga maar liggen in het bad.” Nu pas merkt Kwasi dat hij geen kleren aan heeft en schrikt er even van. Toch loopt hij het kleine zwembad in en voelt hoe het melkwitte water hem verzwelgt. De vrouw stapt er ook in en gaat naast hem liggen. “Het is een warm melkbad, verrijkt met verse kersensap.” Verbaasd kijkt hij om zich heen en beseft dat dit niet staat in de heilige boeken die hij ooit heeft gelezen. Zijn aandacht wordt even afgeleid door de warmte van de vrouw, want zij komt nu dicht tegen hem aan en toont een uitdagende glimlach. Onhandig probeert hij een borst van haar te strelen, en merkt dat zij zich gewilliger gedraagt en dat nu alle deuren voor hem open gaan. Haar jeugdige vorm lonkt naar hem en er begint iets te leven in zijn innerlijk. Een hand van haar omarmt zijn intiemste mannelijke delen en zij schuift haar onderlichaam over hem heen. Met grote vaardigheid absorbeert zij hem helemaal, terwijl haar ranke lichaam als een vaardige en vlijtige gekleurde nachtvlinder fladdert op zijn dijen. Hij sluit zijn ogen en denkt aan de geneugten in deze fonkelende wereld. De tijd staat even stil in zijn denkwereld. Plots voelt hij dat er geen spanning meer is en dat zijn hele lichaam zich ontlaadt in het lichaam van het feeachtig wezen, en dat alle kleuren van de regenboog voor zijn oog flitsen. De eenwording van dit moment is waanzinnig en dit wil hij nooit meer vaarwel zeggen. De rest van de wereld mag van hem denken wat ze willen, maar nu zit hij diep in zijn geluk.

“Kom mee naar de slaapkamer.” Hij staat op uit het bad en voelt hoe een warme luchtstroom zijn lichaam in enkele seconden afdroogt. Zij leidt hem naar een slaapkamer. Tevreden en voldaan gaat hij liggen op een boterzacht bed en valt onmiddelijk in een rustgevende slaap.

Terwijl hij langzaam wakker wordt, hoort hij vertrouwde geluiden en voelt iets warms over zijn gezicht strelen. Beelden van felgekleurde Engelen schieten steeds sneller door zijn hoofd. Hij voelt met zijn handen en merkt dat de haren van zijn geliefde nu korter zijn. Verbaasd opent hij zijn ogen en ziet de tong en de doffe ogen van een hongerige Rotterdamse straathond uit het nieuwe millennium naar hem loeren.


Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

Kritisch Podium Dewanand

Literair
Alle rechten voorbehouden; All rights reserved