Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

Kritisch Podium Dewanand

Literair

WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 79 of 103

Moord op de vrijheid van het oervolk

Was het verbod van de NVP/CP'86 terecht en heeft de AEL bestaansrecht?

12.18. Conclusies bij hoofdstuk 12


Our Freedom is our natural right

Offeraar (auteur)   Mr. drs. J.J. v.d. Gulik
Offercode           wart0222
Offerdatum          vrijdag 9 november 2007

Go to previous Epage ... Go to next Epage
  • Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid van het oervolk
  • - Het verbod van de NVP/CP'86 druist in tegen het nondiscriminatiebeginsel.

    - Het vonnis tegen de NVP/CP'86 houdt geen rekening met artikel 1 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (V.B.P.) en artikel 1 van het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (V.E.S.C.), waarin gesproken wordt over het recht op zelfbeschikking.

    - Er werd door de officier en de rechter geen aandacht besteed aan de 'due regard' clausule van artikel 4 IVUR en dus ook niet aan de opvatting van het UN Comité, dat moet toezien op de implementatie van wetgeving op grond van het IVUR, dat een balans dient te worden gevonden tussen artikel 4 (a) IVUR en de vrijheid van meningsuiting en tussen artikel 4 (b) IVUR en de vrijheid van vereniging.

    - Oud hoogleraar staats- en bestuursrecht S.W. Couwenberg wees erop dat het begrip racisme om politieke redenen vaak veel ruimer wordt opgevat dan redelijkerwijze verantwoord is. Krachtens het IVUR is het maken van onderscheid tussen de eigen burgers en buitenlanders niet racistisch. Evenmin is het racistisch op te komen voor de eigen nationale identiteit, hoewel daar in de jaren tachtig ook een racistisch stempel op werd gedrukt. De leuze 'eigen volk eerst' geldt nog steeds als een typische uiting van racisme. Toch gaan alle staten daar in hun buitenlandse politiek van uit.

    - Het partijverbod moest aldus Minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken bij de bespreking van het wetsvoorstel voor artikel 2:20 BW zeer restrictief worden toegepast en daarom alleen bij een stelselmatige, zeer ernstige verstoring van het democratische proces. In redelijkheid kan niet worden gezegd, dat de NVP/CP'86 zorgde voor een zeer ernstige verstoring van het democratische proces. Daar kreeg het de kans niet eens voor, want de NVP/CP'86 kon zich praktisch nooit middels vergaderingen, betogingen of via de media in het openbaar manifesteren. En het betrof daarbij ook nog eens een klein groepje.

    - In dezelfde lijn als minister Dijkstal lieten Rehwinkel (PvdA), Koekoek (CDA) en Kamp (VVD) zich uit tijdens het overleg op 23-10-1996 van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, dat ging over het optreden tegen extremistische groepen.

    - De officier van justitie maakte er zich met zijn vordring wel erg gemakkelijk van af. Hij heeft het over 'opruiend, racistisch en discriminerend als bedoeld in het IVUR'. Ter onderbouwing wijst hij dan vooral op eerdere veroordelingen van bestuursleden (op grond van artikel 137 c-e Sr.). Belangrijke elementen daarbij waren het kwetsen en beledigen van minderheden en hun godsdienst of levensovertuiging. Maar beledigingen worden niet beschermd door het IVUR. En ook de element 'wegens godsdienst' en 'wegens levensovertuiging' in artikel 137 c-e Sr worden niet beschermd door het IVUR. Met artikel 137 c-e Sr ging men dus verder dan het IVUR vereiste.

    - De officier van justitie wijst in zijn vordering op 'het geweld dat niet zou worden geschuwd'. Bewijs hiervoor blijft echter achterwege. Ook universitair hoofddocent Th. L. Bellekom plaatste bij het vermeende geweld een vraagteken.

    - De officier onderbouwt ook niet, waarom de NVP/CP'86 'een dekmantel' zou zijn en waarom de partij 'ontwrichtend' zou werken. Noch onderbouwt hij waarom 'de rechten van anderen disproportioneel. zouden zijn geschaad'.

    - De weinig vleiende bewoordingen van de kant van de NVP/CP'86 kunnen door de betreffende groepen als beledigend worden opgevat, maar dat wil niet zeggen, dat er sprake is van racisme of discriminatie. Dat had anders kunnen zijn als er gesproken zou zijn over parasiterende en criminele allochtonen met een Nederlandse nationaliteit.

    - De doelstelling van de NVP/CP'86

    'Het Nederlandse staatsburgerschap veronderstelt met name: dat men: 'vrijwillig ten volle harmonieert in het Nederlandse cultuurpatroon' past in het denken rond inburgering en inburgeringscursussen. Daarbij wordt dan ook nog eens uitgegaan van vrijwilligheid.

    - De teksten op stickers die met name worden genoemd en blijkbaar werden gezien als het meest 'racistisch' zijn 'Blank is beautiful' en 'Fijn blank te zijn'. Jarenlang hebben zwarten op allerlei manieren naar voren kunnen brengen, dat 'black is beautiful'. Dat werd geaccepteerd, omdat de gedachte was, dat het een manier was om zelfbewustzijn te kweken, waarmee men zich kon verheffen vanuit een achterstandssituatie. Het zei ook niks negatiefs over andere rassen. Maar nu het gaat om blanken hanteert de rechter blijkbaar een andere maatstaf.

    - De Nationale Volkspartij/CP'86 neemt afstand van

    'elk streven naar een multiculturele samenleving, hetgeen dus geen integratie maar streven naar remigratie betekent.'

    Ook hier kan worden verwezen naar het zelfbeschikkingsrecht. En bij remigratie wordt gesproken over het 'streven'. Dat duidt er bepaald niet op, dat men bijvoorbeeld zonder pardon alle niet-blanken wil verwijderen,

    - Regelmatig wijst het Straatsburgse Hof op het gevaar voor risicomijdend gedrag bij burgers het 'chilling effect', omdat ze bang zijn tijdens het debat een misstap te begaan, waardoor burgers dan maar afzien van deelname aan het openbare politieke debat. Een verbod van een partij als de NVP/CP'86 bevordert dat proces waardoor mensen om op zeker te spelen zich of niet in het openbare debat zullen begeven als ze enigszins vergelijkbare opvattingen huldigen of zich terughoudender zullen opstellen.

    - De nationale rechter heeft bij de toetsing aan het EVRM een zekere beoordelingsvrijheid, een 'margin of appreciation'. Als het gaat om het publieke politieke debat laat het Europese Hof hem echter weinig beoordelingsvrijheid.

    - Het Hof beoordeelt artikel 11 EVRM in het licht van artikel 10 EVRM en is van oordeel dat de vrijheid van meningsuiting zoals beschermd in lid 1 van artikel 10 EVRM ,

    (ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag),

    een van de essentiële fundamenten van een democratische samenleving vormt en zo een van de basisvoorwaarden is voor haar vooruitgang en voor ieders individuele zelfontplooiing.

    - De bescherming van lid 2 van artikel 10 EVRM strekt zich ook uit tot informatie en ideeën, die beledigen, schokken en verontrusten.

    - De vrijheid van het politieke debat maakt deel uit van de kern van het concept van een democratische samenleving, waarvan de beginselen gelden voor het gehele EVRM.

    - Zonder pluralisme, tolerantie en ruimdenkendheid kan er geen democratische samenleving zijn.

    - De grenzen van acceptabele kritiek zijn ruimer als het gaat om de regering, dan als het gaat om een privépersoon, of zelfs een politicus.

    - Terwijl de vrijheid van meningsuiting belangrijk is voor iedereen, geldt dit speciaal voor een gekozen vertegenwoordiger van het volk. Hij vertegenwoordigt zijn electoraat, wijst op de zaken, die hen bezighouden en verdedigt hun belangen. Daarom vragen inbreuken op de vrijheid van meningsuiting van een lid van de parlementaire oppositie om de meest zorgvuldige toetsing door het Hof. Bestuursleden van een politieke partij hebben een redelijk vergelijkbare positie.

    - Een van de principiële kenmerken van een democratie is, dat het de mogelijkheid biedt om problemen van een land op te lossen door dialoog zonder toevlucht te nemen tot geweld, zelfs wanneer die problemen weerzin opwekken.

    - Dwingende maatregelen van preventieve aard om de vrijheid van vergadering en meningsuiting te onderdrukken anders dan in zaken, waarin wordt opgeroepen tot geweld of verwerping van democratische principes - hoe schokkend en onacceptabel bepaalde meningen of gebruikte woorden ook mogen lijken aan de autoriteiten en hoe illegitiem de eisen die gedaan worden ook mogen zijn - bewijzen de democratie geen dienst en brengen haar zelfs vaak in gevaar.

    - Een essentiële factor is, of er een oproep is gedaan tot het gebruik van geweld, een opstand of enig andere vorm van verwerping van democratische principes. De NVP/CP'86 heeft nooit een oproep tot geweld gedaan of tot opstand of enige andere vorm van verwerping van democratische principes. Het enige wat daar enigszins indirect op zou kunnen duiden is een commentaar in de Revolutionaire Nationalist, (jrg. 3 nr. 1, 1997) van Joop Glimmerveen.

    - De NVP/CP'86 kwam op voor de nationale cultuur. Het Europese Hof geeft vergaande bescherming aan het promoten van de cultuur van een streek en aan minderheden.

    - De vrijheid van vergadering en het recht om zo meningen naar voren te brengen behoren tot de belangrijkste waarden in een democratische samenleving. In een democratische rechtsstaat moeten politieke ideeën, die de bestaande orde uitdagen en waarvan de realisatie wordt bepleit met vreedzame middelen een eerlijke kans krijgen te worden geuit door de uitoefening van het recht van vergadering als wel met andere wettige middelen.

    - Er kan geen twijfel over bestaan, dat het willen verdrijven van anderen van een gegeven grondgebied op basis van etniciteit een complete ontkenning is van democratische waarden. Maar de NVP?CP'86 heeft het alleen maar over remigratie van vreemdelingen en dan ook nog eens over een streven en alleen op vrijwillige basis.

    - Woorden zoals 'weerstand', 'strijd' en 'bevrijding', betekenen niet noodzakelijkerwijs, dat het gaat om het aanzetten tot geweld, gewapend verzet of een opstand.

    - Als de waarschijnlijke mogelijkheid van spanningen en verhitte discussies tussen tegenstanders een verbod zou rechtvaardigen, dan zou de gemeenschap worden beroofd van de gelegenheid om verschillende visies te horen over elke kwestie, die op een gevoelig punt de opvatting van de meerderheid beledigt.

    - Politieke partijen zijn een vorm van vereniging, die essentieel zijn voor het goed functioneren van een democratie.

    - Een politieke partij is alleen op basis van het feit dat de activiteiten door de nationale autoriteiten worden gezien als een ondermijning van de constitutionele structuren van de staat. niet uitgesloten van de bescherming door het EVRM

    - De staat is de ultieme beschermer van het principe van het pluralisme. Op politiek gebied betekent die verantwoordelijkheid dat de staat onder meer verplicht is om in overeenstemming met artikel 3 van het eerste Protocol bij het EVRM vrije en geheime verkiezingen te houden met redelijke tussenpozen onder voorwaarden, die de vrije uiting van de mensen in de keuze van de wetgevende macht zullen waarborgen. Een dergelijke uiting is ondenkbaar zonder de deelneming van een verscheidenheid aan politieke partijen, die de verschillende schakeringen aan meningen vertegenwoordigen, die binnen de bevolking van een land te vinden zijn. Door deze verschillende opinies weer te geven, niet alleen binnen de politieke instellingen maar ook met behulp van de media van alle niveau's van het sociale leven, leveren politieke partijen een onvervangbare bijdrage aan het politieke debat, dat deel uitmaakt van de kern van het concept van een democratie.

    - De uitzonderingen zoals opgenomen in artikel 11 EVRM dienen, waar het gaat om politieke partijen, streng te worden uitgelegd. Alleen overtuigende en dringende redenen kunnen beperkingen op de vrijheid van vereniging voor een politieke partij rechtvaardigen.

    - In de Stankov zaak (2001) was een belangrijke overweging van het Hof, dat de betreffende vereniging VMOI slechts ongeveer 3000 aanhangers telde. In vergelijking met de NVP/CP'86 was de VMOI nog een grote vereniging.

    - Voor het Europese Hof zou het vonnis van de rechtbank waarschijnlijk niet in stand zijn gebleven.

    - Niet alleen de NVP/CP'86 maakten zich zorgen om de Nederlandse cultuur maar ook bijvoorbeeld Michael Zeeman en Frits Bolkestein

    - Sarah Collinson wees op het ontbreken van een duidelijke visie over wat immigratie voor de toekomst van de West-Europese landen en voor de nationale en Europese identiteit zal betekenen. Het mag dan verwacht worden dat er partijen zijn zoals de NVP/CP'86 die zich dan met zo'n thema bezig gaan houden.


    ***

    Go to previous Epage ... Go to next Epage
  • Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid van het oervolk

  • WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 79 of 103


    Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
    Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

    Kritisch Podium Dewanand

    Literair
    Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
    Offercode: WART0222
    Copyright @ Mr. drs. J.J. v.d. Gulik 2007