Home Podium Politiek
Religie Hindoeisme
Islam Suriname India
Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist
Gastenboek Links
Disclaimer Contact
Kritisch Podium Dewanand
Literair
WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 71 of 103
Was het verbod van de NVP/CP'86
terecht en heeft de AEL bestaansrecht?
12.10. Opvattingen van het Europese Hof en het vonnis van de rechtbank
Our Freedom is
our natural right
Offeraar (auteur) Mr. drs. J.J. v.d. Gulik
Offercode wart0222
Offerdatum vrijdag 9 november 2007
Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid
van het oervolk
Op grond van relevante opvattingen van het Europese Hof
in Stratsburg zal blijken, dat het vonnis van de rechtbank voor het Hof
waarschijnlijk niet in stand was gebleven.
- Regelmatig wijst het Straatsburgse Hof op het gevaar
voor risicomijdend gedrag bij burgers het 'chilling
effect' (zie paragraaf 4 hoofdstuk 5), als ze bang zijn een misstap
te begaan tijdens het publieke debat, waardoor burgers maar afzien van
deelname aan het openbare politieke debat. Een verbod van een partij
bevordert dat proces waardoor mensen, om op zeker te spelen, zich of niet
in het openbare debat zullen begeven als ze enigszins vergelijkbare opvattingen
huldigen of zich terughoudender zullen opstellen. Het Hof hecht veel belang
aan het politieke debat. Die maakt volgens het Hof deel uit van de kern
van de democratie.
- De nationale rechter heeft bij de toetsing aan het EVRM een zekere
beoordelingsvrijheid, een 'margin of appreciation' (zie paragraaf 5 hoofdstuk
5). Als het gaat om het publieke politieke debat laat het Europese Hof
hem echter weinig beoordelingsvrijheid.
- Het Hof beoordeelt artikel 11 EVRM (vrijheid van vergadering en vereniging)
in het licht van artikel 10 EVRM (zie paragrafen 2 en 3 hoofdstuk 6) en
is van oordeel dat de vrijheid van meningsuiting zoals beschermd in lid
1 van artikel 10 EVRM waarvan de tekst luidt
'ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting.
Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om
inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging
van enig openbaar gezag'
(Zie noot 113*Alkema E.A. et al. (1996). Vermande verzameling Nederlandse
wetgeving Deel 2. Lelystad: Koninklijke Vermande BV, 1996. blz. 113.)
Een van de essentiële fundamenten van een democratische
samenleving vormt en zo een van de basisvoorwaarden voor haar vooruitgang
en voor ieders individuele zelfontplooiing is.
- De bescherming van lid 2 van artikel 10 EVRM strekt zich ook uit
tot informatie en ideeën, die beledigen, schokken en verontrusten
(zie paragraaf 3 hoofdstuk 6).
- Zonder pluralisme, tolerantie en ruimdenkendheid kan er geen democratische
samenleving zijn (zie paragraaf 3 hoofdstuk 6).
- De grenzen van acceptabele kritiek zijn ruimer als het gaat om de
regering, dan als het gaat om een privépersoon, of zelfs een
politicus (zie paragraaf 3 hoofdstuk 6)
- Terwijl de vrijheid van meningsuiting belangrijk is voor iedereen,
geldt dit speciaal voor een gekozen vertegenwoordiger van het volk.
Hij vertegenwoordigt zijn electoraat, wijst op de zaken, die hen bezighouden
en verdedigt hun belangen. Daarom vragen inbreuken op de vrijheid van
meningsuiting van een lid van de parlementaire oppositie om de meest
zorgvuldige toetsing door het Hof (zie paragraaf 3 hoofdstuk 6). Bestuursleden
van een politieke partij hebben een redelijk vergelijkbare positie.
- Een van de principiële kenmerken van een democratie is, dat het
de mogelijkheid biedt om problemen van een land op te lossen door dialoog
zonder toevlucht te nemen tot geweld, zelfs wanneer die problemen weerzin
opwekken (zie paragraaf 3 hoofdstuk 6).
- Dwingende maatregelen van preventieve aard om de vrijheid van vergadering
en meningsuiting te onderdrukken anders dan in zaken, waarin wordt opgeroepen
tot geweld of verwerping van democratische principes - hoe schokkend
en onacceptabel bepaalde meningen of gebruikte woorden ook mogen lijken
aan de autoriteiten en hoe illegitiem de eisen die gedaan worden ook
mogen zijn - bewijzen de democratie geen dienst en brengen haar zelfs
vaak in gevaar (zie paragraaf 3 hoofdstuk 6).
- Een essentiële factor is ook, of er een oproep is gedaan tot
het gebruik van geweld, een opstand of enig andere vorm van verwerping
van democratische principes (zie hoofdstuk 8 Stankov zaak). De NVP/CP'86
heeft nooit een oproep tot geweld gedaan of tot opstand of enige andere
vorm van verwerping van democratische principes. Het enige wat daar
enigszins indirect op zou kunnen duiden is een commentaar in de Revolutionaire
Nationalist, (jrg. 3 nr. 1, 1997) van Joop Glimmerveen,
de vroegere leider van de NVU, waarin hij zegt:
'Deze samenwerking kan het begin zijn van de doorbraak
van het echte bevrijdende volksnationalisme zoals dat in Nederland vanaf
maart 1971 door de Nederlandse Volks-Unie is verkondigd'
(Zie noot 114* Nederlands Juristenblad, NJ 1999, blz. 2014.).
Ook hier wordt niet over geweld gesproken.
Mogelijk heeft hij geleerd van de episode rond het eerdere verbod
van de NVU en heeft hij zo zijn wilde haren wat gemodelleerd. Hij schreef
dit artikel onder zijn eigen naam. Het is het dus maar de vraag of hij
daarmee het partijstandpunt weergaf. Het Europese Hof bekijkt bovendien
of uitspraken die kunnen worden geïnterpreteerd als oproep tot geweld
of verwerping van de democratie op basis van alle beschikbare informatie
een geïsoleerde positie hebben of niet (zie Stankov zaak paragraaf
5 hoofdstuk 8).
- De NVP/CP'86 kwam op voor de nationale
cultuur. Het Europese Hof geeft vergaande bescherming aan het promoten
van de cultuur van een streek en aan minderheden. Dat bleek uit de in
de voorgaande hoofdstukken besproken zaken (zie Stankov zaak hoofdstuk
8).. Uitgaande van Europa vormen de Nederlanders ook een
minderheid en in de grote steden zien vele Nederlanders zich in wijken
met veel allochtonen ook als een minderheid. In die steden staat
de Nederlandse cultuur onder druk door het grote aantal allochtonen. Men
kan hierbij bijvoorbeeld denken aan de grote populatie in de grote steden
van moslims met een normen en waardenpatroon dat niet gemakkelijk aansluit
bij de Nederlandse normen en waarden. En juist de mensen in de grote steden
vormden voor een belangrijk deel de achterban van de NVP/CP'86.
- De vrijheid van vergadering en het recht om zo meningen
naar voren te brengen behoren tot de belangrijkste waarden in een democratische
samenleving. In een democratische rechtsstaat moeten politieke
ideeën, die de bestaande orde uitdagen en waarvan de realisatie wordt
bepleit met vreedzame middelen een eerlijke kans krijgen te worden geuit
door de uitoefening van het recht van vergadering als wel met andere wettige
middelen (zie Stankov zaak hoofdstuk 8).
- Er kan geen twijfel over bestaan, dat het willen verdrijven van anderen
van een gegeven grondgebied op basis van etniciteit een complete ontkenning
is van democratische waarden.(zie Stankov zaak paragraaf 5 hoofdstuk 8).
De NVP/CP'86 heeft het echter alleen maar over remigratie van vreemdelingen
en dan ook nog eens over een streven en alleen op vrijwillige basis.
- Woorden zoals 'weerstand', 'strijd' en 'bevrijding', betekenen niet
noodzakelijkerwijs, dat het gaat om het aanzetten tot geweld, gewapend
verzet of een opstand (zie Stankov zaak paragraaf 5 hoofdstuk 8).
- Als de waarschijnlijke mogelijkheid van spanningen en verhitte discussies
tussen tegenstanders een verbod zou rechtvaardigen, dan zou de gemeenschap
worden beroofd van de gelegenheid om verschillende visies te horen over
elke kwestie, die op een gevoelig punt de opvatting van de meerderheid
beledigt (zie Stankov zaak paragraaf 5 hoofdstuk 8).
- Politieke partijen zijn een vorm van vereniging, die essentieel zijn
voor het goed functioneren van een democratie (zie VCP zaak paragraaf
2 hoofdstuk 9).
- Een politieke partij is alleen op basis van het feit dat de activiteiten
door de nationale autoriteiten worden gezien als een ondermijning van
de constitutionele structuren van de staat. niet uitgesloten van de bescherming
door het EVRM (zie VCP zaak paragraaf 2 hoofdstuk 9).
- De staat is de ultieme beschermer van het principe
van het pluralisme. Op politiek gebied betekent die verantwoordelijkheid
dat de staat onder meer verplicht is om in overeenstemming met artikel
3 van het eerste Protocol bij het EVRM vrije en geheime verkiezingen te
houden met redelijke tussenpozen onder voorwaarden, die de vrije uiting
van de mensen in de keuze van de wetgevende macht zullen waarborgen. Een
dergelijke uiting is ondenkbaar zonder de deelneming van een verscheidenheid
aan politieke partijen, die de verschillende schakeringen aan meningen
vertegenwoordigen, die binnen de bevolking van een land te vinden zijn.
Door deze verschillende opinies weer te geven, niet alleen binnen de politieke
instellingen maar ook met behulp van de media van alle niveau's van het
sociale leven, leveren politieke partijen een onvervangbare bijdrage aan
het politieke debat, dat deel uitmaakt van de kern van het concept van
een democratie (zie VCP zaak paragraaf 3 hoofdstuk 9).
- De uitzonderingen zoals opgenomen in artikel 11 EVRM dienen waar het
gaat om politieke partijen streng te worden uitgelegd. Alleen overtuigende
en dringende redenen kunnen beperkingen op de vrijheid van vereniging
voor een politieke partij rechtvaardigen (zie VCP zaak paragraaf 3 hoofdstuk
9).
- In de Stankov zaak (2001) was een belangrijke overweging van het
Hof, dat de betreffende vereniging VMOI slechts ongeveer 3000 aanhangers
telde:
'As the Government have pointed out, the applicant
had only about 3000 supporters (..)'
(Zie noot 115* Stankov arrest (2001). EHRM 2 oktober 2001. Köln
e.a.: C. Heymanns Verlag KG, 2001, blz. 25.).
In vergelijking met de NVP/CP'86 was de VMOI nog een
grote vereniging. Er was dus nauwelijks enig gevaar te duchten van de
NVP/CP'86.
Voor het Europese Hof zou het vonnis van de rechtbank
dus waarschijnlijk niet in stand zijn gebleven.
***
Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid
van het oervolk
WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 71 of 103
Home Podium Politiek
Religie Hindoeisme
Islam Suriname India
Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist
Gastenboek Links
Disclaimer Contact
Kritisch Podium Dewanand
Literair
Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
Offercode: WART0222
Copyright @ Mr. drs. J.J. v.d. Gulik 2007
|