Home Podium Politiek
Religie Hindoeisme
Islam Suriname India
Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist
Gastenboek Links
Disclaimer Contact
Kritisch Podium Dewanand
Literair
WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 23 of 103
Was het verbod van de NVP/CP'86
terecht en heeft de AEL bestaansrecht?
3.3. De Nederlandse Volksunie (NVU)
Our Freedom is
our natural right
Offeraar (auteur) Mr. drs. J.J. v.d. Gulik
Offercode wart0222
Offerdatum vrijdag 9 november 2007
Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid
van het oervolk
De NVU werd in 1971 opgericht en stond onder leiding
van Joop Glimmerveen. Binnen de NVU werd er nooit een geheim van gemaakt,
dat men de sympathie koesterde voor totalitaire opvattingen en een op
rassenleer gebaseerde ideologie. Zo trachtte Glimmerveen met enkele gelijkgezinden
op 4 mei 1985 in Rotterdam een pamflet te verspreiden, waarin werd gepleit
voor eerherstel van Mussert, de vroegere leider van de NSB
(Zie noot 26* E.M. (1985). De RC en de poging tot rehabilitatie van
Mussert op 4 mei 1985, NJCM, 10(7), blz. 559.).
De NSB werd in 1944 verboden verklaard en ontbonden (zie
hoofdstuk 1).
Toch werd de NVU pas in 1978 door de rechtbank als een
verboden rechtspersoon aangemerkt, maar een door het OM ingestelde vordering
tot ontbinding werd door de rechtbank afgewezen, omdat de rechtspersoon
'zo nauw verbonden was met de Stichting tot Steun
aan en Toezicht op de Nederlandse Volksunie, dat de rechten en plichten
uitsluitend aan die Stichting toekomen. 'Ontbinding alleen van de NVU
met de voorgeschreven benoeming van een vereffenaar, mist dan ook elke
betekenis'
(Zie noot 27* Rb Amsterdam 8 maart 1978, NJ 1978, 281.).
Dit vonnis werd op 9 maart 1979 door de Hoge Raad bevestigd.
De Hoge Raad concludeerde op grond hiervan bovendien:
'Nu de Rechtbank. de vordering tot ontbinding heeft
afgewezen brengt geen rechtsregel mee, dat het voormelde oordeel van de
Rechtbank. Omtrent het verboden karakter van de NVU voor de burgerlijke
rechter, oordelend in een ander geding, bindende kracht heeft. Ook is
de strafrechter aan dit oordeel niet gebonden'
en
'Evenmin zijn
het centraal stembureau en de Kiesraad aan dit oordeel gebonden'
(Zie noot 28* HR 9 maart 1979, NJ 1979, 363.).
De vaststelling, dat er sprake was van een verboden
vereniging gebeurde toen op grond van artikel 2:15 BW en de vordering
tot ontbinding op grond van artikel 2:16 lid 1 BW. Met
het afwijzen van de vordering tot ontbinding maakte de rechter daarmee
geen gebruik van zijn facultatieve bevoegdheid.
***
Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid
van het oervolk
WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 23 of 103
Home Podium Politiek
Religie Hindoeisme
Islam Suriname India
Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist
Gastenboek Links
Disclaimer Contact
Kritisch Podium Dewanand
Literair
Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
Offercode: WART0222
Copyright @ Mr. drs. J.J. v.d. Gulik 2007
|