Home
Podium
Politiek
Religie
Hindoeisme
Islam
Suriname
India
Liefde
Jongeren
Literair
Poezie
Zeepkist
Gastenboek
Links
Disclaimer
Contact
Kritisch Podium DewanandLiterair
WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 9 of 103
Was het verbod van de NVP/CP'86
terecht en heeft de AEL bestaansrecht?
1.2. Het verbod van de Sociaal Democratische Bond
Our Freedom is our natural right
Offeraar (auteur) Mr. drs. J.J. v.d. Gulik
Offercode wart0222
Offerdatum vrijdag 9 november 2007
Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid van het oervolk
In 1894 kreeg de Hoge Raad de gelegenheid een uitspraak te doen over
een verbod van een politieke partij op basis van de WVV. Het ging hier
om de in 1882 opgerichte Sociaal Democratische Bond met als leider ds.
F. Domela Nieuwenhuis. Uit de uitspraak van de Hoge Raad blijkt, dat de
politieke doelstelling:
'de omverwerping der bestaande
maatschappelijke orde',
op zichzelf niet als een met de openbare orde strijdig doel werd aangemerkt,
maar door de samenhang met het gebruik van onwettige, gewelddadige middelen
werd het doel wel strijdig met de openbare orde geoordeeld. De Hoge Raad
overwoog daarbij:
'dat ene vereniging, die als einddoel beoogt niet
de hervorming of verandering van bestaande toestanden langs wegen, door
de Grondwet of de wet aangewezen, maar de 'omverwerping der maatschappelijke
orde met alle haar ten dienst staande ook onwettige en gewelddadige -
middelen, uit haar aard is eene met de openbare orde strijdige vereniging,
bepaaldelijk eene zoodanige, die valt onder de omschrijving van artikel
3, sub 1., der wet van 22 april 1855'.
(Zie noot 5* HR 3 december 1894, WvhR no. 6585.)
Daarmee gaf de Hoge Raad aan, dat een verbod alleen op grond van een
ideologie niet gewenst was. Pas als gepoogd werd een verandering van de
maatschappelijke orde te bereiken met onwettige en gewelddadige middelen
kwam een verbod in aanmerking.
In een congresresolutie van de Sociaal Democratische Bond stond als doel
van de partij geformuleerd:
'de omverwerping der bestaande maatschappelijke orde
(
)
.met alle hare ten dienste staande onwettelijke of wettelijke,
vredelievende of gewelddadige middelen'.
De inhoud van de congresresolutie was voor de rechter echter onvoldoende
zwaarwegend om als 'doel van de vereniging' te worden aangemerkt
(Zie noot 6* Beschikking Hof Arnhem 5 mei 1893, WvhR no. 6334).
Pas na de bevestiging
van dat doel met een referendum uitspraak door de leden lag de weg open
voor een verbod.
Na de uitspraak tegen de Sociaal Democratische Bond is er geen poging
meer gedaan om een politieke partij op grond van de WVV te verbieden.
De NSB werd niet op grond van de WVV verboden verklaard. Die partij werd
door middel van een apart 'Londens' wetsbesluit op 17 september 1944 verboden
verklaard en ontbonden. Artikel 2 van dat wetsbesluit gaf aan, dat organisaties,
die het streven van de NSB trachten voort te zetten als rechtens verboden
worden aangemerkt
(Zie noot 7* Londens wetsbesluit nr. E 192, d.d. 17 september 1944).
Daarmee werd voor het eerst een duidelijk politiek inhoudelijk
criterium verkregen.
Na WO II kregen ex-NSB-ers geen
gelegenheid om zich middels partijen te hergroeperen. Zo vond in
1955 de Hoge Raad een verbod op zijn plaats van de in 1953 opgerichte
Nationalistische Europeesche Socialistische Beweging (NESB), waarvan ex-Oostfronter
en ex-NSB-er Paul van Tienen de medeoprichter was. Ook dit verbod vond
zijn rechtvaardiging in het Londense wetsbesluit van 17 september 1944
(Zie noot 8* Eskes, J.A.O. 'Partijverbod en kiesrecht', NJB 11 november
1978, afl. 38, blz. 847).
***
Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid van het oervolk
WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 9 of 103
Home
Podium
Politiek
Religie
Hindoeisme
Islam
Suriname
India
Liefde
Jongeren
Literair
Poezie
Zeepkist
Gastenboek
Links
Disclaimer
Contact
Kritisch Podium DewanandLiterair
Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
Offercode: WART0222
Copyright @ Mr. drs. J.J. v.d. Gulik 2007
|