Home
Podium
Politiek
Religie
Hindoeisme
Islam
Suriname
India
Liefde
Jongeren
Literair
Poezie
Zeepkist
Gastenboek
Links
Disclaimer
Contact
Kritisch Podium DewanandLiterair
WEBpublication BOOK WART0216 / EPAGE 19 of 21
15. Voorlopige conclusies
Klik op de foto
om het helemaal te zien
Offeraar (auteur) Mr. drs. J.J. v.d. Gulik
Offercode wart0216
Offerdatum 29 september 2006
Go to Inhoudsopgave: Waren Bush en kringen rond Bush betrokken bij 9/11
Bij landen, groeperingen en personen met belangen en motieven om bij 9/11
betrokken te kunnen zijn geweest gaat het om
1. Israël.
2. De neocons.
3. Joodse religieuze groeperingen.
4. Zakelijke belangen BUSH en CHENEY.
5. AL-QAIDA en de Taliban.
6. Amerikaanse geostrategische belangen.
7. Gematigde moslimlanden en groeperingen binnen die landen.
Door gemeenschappelijke belangen kunnen landen, groeperingen en personen
van de verschillende hiervoor genoemde categorieën ook gelegenheids-
coalities zijn aangegaan.
De volgende vraag was dan, welke van die landen, groeperingen en personen,
eventueel in de vorm van coalities, in staat zouden zijn een dergelijke
grote operatie uit te voeren. De Taliban en AL-QAIDA zijn volgens de officiële
lezing direct en indirect bij die aanslagen betrokken geweest. Maar juist
die beide organisaties zijn opgericht met steun van Amerika. Dat betekent,
dat de CIA daar grote invloed had. De CIA zal er vanwege de grote belangen
in de islamitische wereld alles aan gelegen zijn geweest om daar invloed
te behouden. Door de ontstaansgeschiedenis is dat betrekkelijk eenvoudig.
Bovendien is het door de vertakkingen van het netwerk van AL-QAIDA relatief
eenvoudig om binnen het netwerk te komen en daar te blijven. In het verlengde
hiervan zal ook grote vriend MOSSAD daar invloed hebben. Er mag dan worden
aangenomen, dat de CIA en MOSSAD in ieder geval van belangrijke ontwikkelingen
op de hoogte moeten zijn en die ook zonodig direct of indirect geheel
of gedeeltelijk aan kunnen sturen. Op grond daarvan lijkt het welhaast
uitgesloten, dat een grote operatie als 9/11 onbekend was. Kennis van
deze operatie met mogelijk directe of indirecte aansturing ligt dan meer
in de rede. Een grote operatie als 9/11 is dan mogelijk.
Bij de persoonlijke zakelijke belangen van BUSH en CHENEY gaat het om
de twee hoogste leiders, die politiek en bestuurlijk al vele jaren op
hoog niveau werkzaam zijn. En de vader van de huidige president BUSH is
niet alleen president geweest, maar ook directeur bij de CIA. En ook hij
heeft zo zijn zakelijke belangen. En hij was leider van de coalitie, die
SADDAM uit Koeweit verdreef, waar hij vele waardevolle contacten aan zal
hebben overgehouden. Door samenspanning en het inzetten van vertrouwelingen
binnen de geheime diensten voor de eigen persoonlijke belangen zijn dan
geheime operaties op een behoorlijke schaal mogelijk. Doordat kennis over
de operaties dan slechts aan heel weinig mensen bekend is, is de kans
op uitlekken redelijk klein. Voor een grote operatie als 9/11 lijkt de
basis dan wel vrij smal te zijn.
Onder de religieus geïnspireerde joodse groeperingen in Israël
en Amerika zullen er voldoende zijn, die in hun handelingen ver willen
gaan om religieus geïnspireerde doeleinden te bereiken. Daarbij kan
gedacht worden aan de verwezenlijking van de Groot-Israël gedachte
maar ook aan een Israël groter dan Groot-Israël. Door contacten
met Israëlische politici, individuele personen en groeperingen met
onder meer relaties binnen de geheime diensten moeten dan in beginsel
grote operaties als 9/11 mogelijk zijn.
Amerika beschikt over voldoende mogelijkheden voor een operatie als 9/11
als men die zou willen inzetten voor de bevordering van Amerikaanse geostrategische
militaire en economische belangen. Landen als Saoedi-Arabië, Koeweit,
Afghanistan en de Arabische Emiraten zullen beseffen, dat hun positie
bij een versterking van de radicale elementen binnen de islam meer en
meer onder druk zal komen. En binnen een land als Saoedi-Arabië zijn
ook machtige privé-personen met hun achterban met vergelijkbare
opvattingen. Denk maar aan het uitgebreide aantal prinsen daar. En Saoedi-Arabië
kan ook mede vanuit zijn speciale verantwoordelijkheid als hoeder van
de islam de wil hebben de radicalisering te bestrijden.
Door Amerika ertoe te brengen troepen naar de islamitische wereld te
brengen kunnen de belangen van deze landen en groeperingen worden beschermd.
Gezien de bemoeienis van de CIA en de MOSSAD met de islamitische wereld
en de grote logistieke knowhow, die een operatie als 9/11 vraagt, ligt
het niet voor de hand, dat vanuit die hoek een dergelijke operatie uitgevoerd
zou kunnen worden zonder dat de CIA en de MOSSAD er lucht van zouden krijgen.
Uiteraard geldt ook hier, dat er op basis van de gemeenschappelijke belangen
gelegenheidscoalities hadden kunnen worden gevormd, waardoor landen, groeperingen
en personen, die een dergelijke operatie niet zelf konden uitvoeren er
toch bij betrokken konden worden.
Als er grote belangen op het spel staan, gaan overheden soms erg ver
om politieke doeleinden te verwezenlijken. Zo worden er soms grote operaties
uitgevoerd, die erop gericht zijn door meningsbeïnvloeding omslagpunten
in politieke stellingnames van het publiek te bewerkstelligen, of om grootschalig
terreur te bedrijven om elders een andere politieke koers af te dwingen,
of om anderszins agressie te plegen om politieke doeleinden te bevorderen.
Regelmatig wordt er dan getracht de schuld in de schoenen van anderen
schuiven. Sommige van die operaties leiden zelfs tot vele slachtoffers
onder de eigen bevolking.
Bij de hiervoorgenoemde landen, groeperingen en personen lijkt het onwaarschijnlijk,
dat de neocons in Amerika door de uitgebreide contacten met mensen als
BUSH en CHENEY, met politiek Israël, met gematigde moslimlanden en
direct of indirect met groeperingen als AL-QAIDA en de Taliban er geen
lucht van zouden hebben gekregen, als er buiten de neocons om aan een
operatie als 9/11 zou worden gewerkt. Sterker nog, door de dominante positie
van de neocons op strategische gebieden kunnen dergelijke operaties moeilijk
buiten de neocons om gerealiseerd worden en zou in beginsel de instemming
van een aantal belangrijke neocons nodig zijn geweest, als er buiten de
neocons om aan een operatie als 9/11 zou zijn gewerkt.
Begin 1992 circuleerde er in de hoogste kringen binnen het Pentagon,
waaronder de belangrijkste militaire adviseur van de president generaal
POWELL, bekend van de Golfoorlog en later minister van buitenlandse zaken
en CHENEY, nu vice-president en toen minister van defensie, het paper
Defense Planning Guidance. Dat paper was onder supervisie van de joodse
neoconstrateeg WOLFOWITZ, die later minister van defensie werd, in overleg
met de president en zijn belangrijkste adviseurs geschreven door onder
meer de joodse neocon LIBBY, tot oktober 2005 de rechterhand en kabinetschef
van vice-president CHENEY. In het paper werd een beleid voorgesteld, waarin
Amerika geen enkele superpower naast zich zou moeten dulden.
In 1996 schreven acht vooraanstaande joodse Amerikaanse opiniemakers,
waaronder RICHARD PERLE en DOUGLAS FEITH A clean break: A new strategy
for securing the realm. Het document werd voor de regering Netanyahu geschreven
in opdracht van The Institute for Advanced Strategic and Political Studies
in Jeruzalem. In het document staat onder meer, dat door Israël nauw
met Turkije en Jordanië zou moeten worden samengewerkt om enkele
van de gevaarlijkste bedreigers van Israël in bedwang te houden,
te destabiliseren en aan te pakken. En zo zouden onder meer SYRISCHE doelen
in Libanon moeten worden aangevallen en als dat niet voldoende zou zijn,
zouden ook doelen in SYRIE zelf moeten worden aangevallen. De politiek
in de afgelopen jaren van Amerika en Israël rond SYRIË, Libanon
en IRAN past binnen de opvattingen van A clean break. Een belangrijke
strategische overweging bij de opvattingen zoals verwoord in A clean break
was, dat die een basis zouden kunnen bieden om SADDAM in IRAK uit het
zadel te wippen, wat als een belangrijk onderdeel van de Israëlische
strategie werd gezien om de regionale ambities van SYRIE in te tomen.
De toekomst van IRAK werd daarbij gezien als sterk bepalend voor de strategische
balans in het Midden Oosten.
In 1997 werd de door joodse neocons gedomineerde denktank PNAC opgericht
oftewel The project for the New American Century (PNAC). De eerste officiële
daad van de PNAC was een open brief aan de regering Clinton (januari 1998),
waarin werd opgeroepen om SADDAM in IRAK te verdrijven. Tot de ondertekenaars
van de principeverklaring van de PNAC behoorden JEB BUSH (gouverneur van
Florida en broer van president BUSH), MIDGE DECTER, vice-president CHENEY
(inmiddels onder vuur door Plamegate), ELIOT A. COHEN, RUMSFELD , AARON
FRIEDBERG, FRANK GAFFNEY, DONALD KAGAN, NORMAN PODHORETZ, DAN QUAYLE,
PAUL WOLFOWITZ , RICHARD PERLE (Prince of Darkness) , LEWIS LIBBY (opgepakt
vanwege Plamegate) en ELLIOTT ABRAMS (veroordeeld in het IRAN/Contraschandaal).
Onder de ondertekenaars bevinden zich mensen met belangrijke posities
in en rond de regering BUSH. De meesten van hen zijn ook te vinden bij
de ondertekenaars van de brief van 20/9 van de zoon van KRISTOL.
Het belangrijkste document van de PNAC is REBUILDING AMERICA'S DEFENSES
(2000). In de inleiding van dat document staat het doel van de PNAC:
"the Project for the New American Century is a nonprofit, educational
organization whose goal is to promote American global leadership."
De PNAC is dus openlijk gericht op het bevorderen van het globale leiderschap
van Amerika.
In REBUILDING AMERICA'S DEFENSES worden onder meer IRAN en IRAK gepresenteerd
als grote bedreigingen.
Voorzitter van de PNAC is KRISTOL. Hij is een zeer invloedrijk mediaman
en ondermeer uitgever en columnist van de WEEKLY STANDARD. Hij is tevens
de stichter van de groep van rond de 25 tot 30 neocons rond BUSH, waarvan
het grootste deel uit joodse neocons bestaat met onderling vriendschappelijke
banden en uitgebreide contacten met politiek Israël.
Medeoprichter van de PNAC is RICHARD PERLE, in Amerika ook wel de Prince
of Darkness genoemd. Hij is de goeroe van de door KRISTOL opgerichte groep
van zo'n 25 tot 30 neocons rond BUSH. PERLE werd in de zeventiger jaren
door de FBI betrapt op het verstrekken van classified information aan
de Israëlische ambassade. Hij was toen medewerker van senator Jackson.
De FBI drong toen aan op zijn ontslag, maar dat verzoek werd door de als
zeer pro-Israëlisch bekend staande Jackson niet gehonoreerd. PERLE
werkte voor de Israëlische wapenproducent Soltam, was betrokken bij
de verkiezingscampagne voor Netanyahu in Israël, is director bij
een van de twee balangrijke kranten in Israël de Jerusalem Post,
die WOLFOWITZ in 2003 tot joods man van het jaar uitriep en was een paar
jaar geleden voorzitter van de invloedrijke Defense Policy Board binnen
het Pentagon. Hij beëindigde het voorzitterschap, nadat hij in opspraak
was gekomen, doordat een bedrijf hem veel geld had beloofd, als hij zijn
invloed ten gunste van dat bedrijf in het Pentagon zou aanwenden. Zelf
vond hij dat een normale zaak, maar onder druk legde hij de voorzittershamer
toch neer. RICHARD PERLE is ook senior fellow bij de andere belangrijke
door joodse neocons gedomineerde denktank de AEI, de nieuwe werkgever
van Hirsi Ali. Toen DOUGLAS FEITH, Amerikaans onderminister voor defensie
op politiek gebied tot augustus 2005, in de 80-er jaren uit de National
Security Council was gezet, nadat van daaruit naar Israël was gelekt,
regelde WOLFOWITZ een baan voor hem bij RICHARD PERLE. Samen met een andere
joodse neocon Frum, eerder tekstschrijver op het Witte Huis, schreef RICHARD
PERLE het boek An end to evil, waarvan Buchanan in de American Conservative
van 1-3-2004 in No end to war overtuigend aantoonde, dat het zich laat
lezen als een rapport van het Israëlische ministerie van defensie.
En ter aanvulling op de informatie over DOUGLAS FEITH. Hij was ook advocaat
in Israël, adviseur van Sharon en Likud en verkocht geavanceerde
Israëlische wapensystemen. Hij is hoofd van het advocatenkantoor
Feith & Zells, dat zich onder meer bezighoudt met de facturering van
Israëlische wapenverkopen. En hij is volgeling van rabbijn Jabotinsky,
die vindt, dat Jordanië eigenlijk ook tot Israël zou moeten
behoren. Reserve luitenantkolonel Larry Franklin, die in 2005 tot 12 jaar
werd veroordeeld vanwege spionage voor Israël, werkte op het kantoor
van DOUGLAS FEITH.
De FEMA (Federal Emergency Management Agency) zegt in haar rapport over
Tower 7, waar zelfs geen inslag van een vliegtuig heeft plaats- gevonden,
het volgende:
"The specifics of the fires in WTC 7 and how they caused the building
to collapse ["official theory"] remain unknown at this time.
Although the total diesel fuel on the premises contained massive potential
energy, the best hypothesis [fire/debris-damage-caused collapse] has only
a low probability of occurrence. Further research, investigation, and
analyses are needed to resolve this issue" (FEMA, chapter 5, 2002).
De hypothese van de FEMA over WTC 7 kent dus een lage graad van waarschijnlijkheid.
En over wat er na de initiation of collapse van de WTC towers gebeurde,
onderzocht het NIST niet. Het NIST zegt daar alleen over:
"Once the upper building section began tot move downwards, the weakened
structure in theimpact and fire zone was not able to absorb the tremendous
energy of the falling building section and global collapse ensue"
(NIST report, 2005, blz. 197).
Maar berekeningen over die enorme energie ontbreken en berekeningen waarom
die energie niet zou kunnen worden opgevangen, waardoor de gebouwen wel
moesten instorten met de snelheid van praktisch een vrije val ontbreken.
En het NIST komt met de belangrijke factoren, die tot de instorting van
WTC 1 zouden hebben geleid. Maar al die factoren zijn gebaseerd opspeculatieve
schattingen.
En de computersimulatiemodellen waren alleen gericht op datgene wat er
op de verdiepingen in en rond de inslagzones gebeurde. Wat daaronder en
daarboven gebeurde was niet in de simulatiemodellen opgenomen.
Bij het NIST rapport uit 2005 zijn dan ook vele vragen te stellen.
Al 9 dagen na 11/9 kwam de zoon van KRISTOL met een aan BUSH gerichte
open brief in de media. Daarin werd BUSH opgeroepen om SADDAM in het kader
van de strijd tegen het terrorisme met militaire middelen te verdrijven.
Onder de brief staan de namen van vooraanstaande neocons zoals RICHARD
PERLE en vertegenwoordigers van de PNAC. RICHARD PERLE zegt in An end
to evil: How to win the war on terror, dat hij samen met de joodse neocon
en eerder tekstschrijver op het Witte Huis David Frum heeft geschreven:
"There is no middle way for Americans: It is victory or holocaust"
(No end to war, Buchanan, The American Conservative, 1-3-2004).
In lijn daarmee lijkt zionisme voor de neocons een tweede natuur te zijn.
Ze kunnen zich moeilijk een buitenlands beleid voorstellen, dat niet een
sterke solidariteit met Israël inhoudt. De neocons proberen daarom
de lijst van vijanden van Amerika uit te breiden met de lijst van vijanden
van Israël. De brief van 20/9 is daar een bevestiging van. AL-QAIDA
is inderdaad de vijand van Amerika, maar niet het ook in de brief genoemde
SYRIË. De vader van president Assad hielp de Amerikanen om SADDAM
in de Golfoorlog uit Koeweit te verdrijven. De Amerikaanse belangen lijken
er dan ook meer mee gediend om SYRIE te betrekken in de strijd tegen AL-QAIDA.
En het is duidelijk, dat Amerika de oorlog tegen IRAK in werd gelogen
door met name diezelfde neocons. SADDAM bestreed juist radicale islamitische
groeperingen zoals AL-QAIDA, omdat die een bedreiging voor zijn bewind
konden vormen. En IRAK had al helemaal geen plannen om Amerika aan te
vallen. Ook IRAN was niet bij 9/11 betrokken, noch de Palestijnse Autoriteit.
En in IRAN bestaat er onder de bevolking heel wat scepsis over de mullah's.
Door IRAN te bedreigen zullen de sceptici geneigd zijn de zijde van de
mullah's te kiezen in plaats van zich daar meer en meer vanaf te keren.
En wanneer vielen Hamas en Hezbollah Amerika aan? En datzelfde geldt al
helemaal voor de Palestijnse Autoriteit. De brief van 20/9 lijkt meer
op een brief van het Israëlische ministerie van defensie dan aan
die van een Amerikaanse politieke beweging. De ondertekenaars hebben bijna
allemaal banden met een of beide door de joodse neocons gedomineerde denktanks
AEI en PNAC met een duidelijk pro-Israëlische koers. Beide denktanks,
maar vooral de PNAC hebben grote invloed in en rond de regering BUSH.
En de ondertekenaars hebben voor een deel belangrijke posities in en rond
de regering BUSH en banden met geheime diensten. Een aantal namen zie
je sinds het document Planning Defense Guidance (1992) ook steeds weer
terugkeren in de ontwikkelingen rond de neocons en nu in en rond de regering
BUSH.
Van fervente terroristenjagers als de BUSH groep zou verwacht mogen worden,
dat de natuurlijke respons na 9/11 was om alles op alles te zetten om
van alles wat te maken heeft met 9/11 de onderste steen boven te krijgen
onder meer om het Amerikaanse publiek erin te laten geloven, dat de BUSH
regering snel en adequaat handelt om daarmee het vertrouwen van het publiek
te behouden, opdat er achteraf geen verwijten van nalatigheid en veronachtzaamheid
zouden komen en om daarmee zo veel mogelijk waardevolle informatie te
verzamelen om de strijd tegen het terrorisme zo effectief mogelijk te
voeren. Letterlijk zouden dan kosten noch moeite zijn gespaard. Bovendien
zou het ook voor een onderzoek naar mogelijke constructiefouten voor de
hand hebben gelegen, dat men al het mogelijke bewijsmateriaal bij de hand
zou hebben willen houden. En dat geldt al helemaal voor het zo belangrijke
staal.
Het tegendeel bleek echter het geval. Het budget voor de 9/11 Commissie
was abnormaal laag voor een dergelijk major event. Voor medewerking moest
bij de regering BUSH zo ongeveer het pikhouweel worden gebruikt om medewerking
los te wrikken. En mogelijk bewijsmateriaal werd en masse naar plekken
duizenden kilometers verderop vervoerd. Zo werd het staal naar China en
India vervoerd om daar te worden gerecycled. Het gebruik van het woord
coverup voor een mogelijke verklaring is dan niet zonder grond.
Het uiteindelijke resultaat van de personele bezetting van de 9/11 Commissie
leverde bepaald geen schoolvoorbeeld van objectiviteit en gescheiden belangen
op. Zo bestond de commissie volledig uit politici, waarbij de leden gelijkelijk
over de democratische en republikeinse partij verdeeld waren. En die hebben
nog wel eens problemen om de vuile was buiten te hangen, als er zaken
van nationale veiligheid spelen. En dat geldt al helemaal, als het gaat
om de eigen partij. En die commissie werd onder meer geacht te oordelen
over andere politici en over kringen rond de regering. Alleen al op deze
gronden kan de 9/11 Commissie niet onafhankelijk worden genoemd. En er
bestonden ook banden tussen Commissieleden, de regering en de CIA.
De regering BUSH heeft met de DNI in 2005 een orgaan in het leven geroepen,
dat dubieuze politieke praktijken kan toedekken en dat de activiteiten
van geheime diensten voor de ondersteuning van politieke agenda's kan
aansturen. Dat beeld word versterkt door de benoeming van NEGROPONTE tot
Director met zijn achtergrond van Honduras en IRAK.
***
Go to Inhoudsopgave: Waren Bush en kringen rond Bush betrokken bij 9/11
***
WEBpublication BOOK WART0216 / EPAGE 19 of 21
Home
Podium
Politiek
Religie
Hindoeisme
Islam
Suriname
India
Liefde
Jongeren
Literair
Poezie
Zeepkist
Gastenboek
Links
Disclaimer
Contact
Kritisch Podium DewanandLiterair
Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
Offercode: WART0216
Copyright @ Mr. drs. J.J. v.d. Gulik 2006
|